De messias Sint-Pieter

| Lars van de Zandschulp

Lars van de Zandschulp (23) is masterstudent technische bedrijfskunde en staat middenin het Enschedese studentenleven. Hij schrijft om de week een column voor U-Today, over wat hem opvalt in de stad en op de campus. Vandaag over de komst van 'messias' Pieter Omtzigt naar de campus en de voertaal van de universiteit.

Photo by: RIKKERT HARINK

Er was deze week hoog bezoek op de campus. Niemand minder dan de messias Sint-Pieter schoof aan bij Van Torentje naar Torentje. Hij woont volgens mij op nog geen kwartiertje fietsen van het eerste torentje, en kwam verhaal doen voor zijn tocht naar het tweede torentje. Hoewel, of hij premier wil worden, is hem schijnbaar nog niet geopenbaard.

Van Omtzigt is bekend dat hij de voertaal op universiteiten weer Nederlands wil maken. Aan dit standpunt hield hij ook maandag vast. Dat het Nederlands risico loopt een streektaal als het Twents te worden als het niet op universiteiten wordt gesproken, is een netjes verkapte manier zijn streefgetal van 50.000 migranten te realiseren.

Collega Femke is het wel met hem eens, onder meer door de speculatie dat jongeren uit gezinnen met minder privileges door het Engels afgeschrikt worden. Een hypothese die de leefwereld van jongeren niet weerspiegelt. De jeugd, met hoeveel of weinig vinkjes dan ook, spendeert zoveel tijd op het wereldwijde web dat iemand die al mag beginnen aan de universiteit waarschijnlijk beter Engels kan dan Nederlands.

Een andere aangevoerde reden is haar liefde voor het Nederlands. Die liefde deel ik evenzeer, maar toen ik bij de presentatie van mijn bacheloropdracht onverwachts de mogelijkheid kreeg in het Nederlands te presenteren, koos ik toch voor het Engels. Deels omdat ik de presentatie in het Engels voorbereid had, maar ook omdat een verhaal over het ontwerpen van een framework voor een warehouse in een supply chain een enkelverzwikkende hinkelopgave zou zijn tussen het Nederlands en Engelse termen zonder veelzeggende vertaling.

In de internationale werkgebieden waar UT-studenten voor opgeleid worden, is het simpelweg onhandig, als niet chauvinistisch, om krampachtig vast te houden aan het Nederlands. Dit wel proberen, door te zeggen dat het Nederlands behoed moet worden een streektaal te worden, maakt afgestudeerden tot streekwerkers die geen fatsoenlijk denkproces in het Engels op papier kunnen zetten.

Dit wordt verder onderstreept door het feit dat twee op de drie van mijn masterdocenten niet uit Nederland komt. Domweg de voertaal naar het Nederlands omzetten betekent dat deze professoren óf hun spullen kunnen pakken (wel goed voor het begrotingstekort), óf wat jaren mogen bijspijkeren aan hun Nederlands in een soort overgangsperiode. Daar zit niemand op te wachten. Docenten niet, die hebben wel wat beters te doen, zoals je weet wel, onderzoek en onderwijs. Studenten niet, omdat het Engels meestal nog wel te verstaan is. Maar een college in steenkolennederlands met kunstmatig vertaalde vaktermen slechts een omslachtige en tenenkrommende opgave in ‘cultuurbehoud’ zou zijn.

Ondertussen is ook ruim een derde van de studenten op de UT internationa(a)l. Zonder hen implodeert de UT waarschijnlijk sneller dan de BBB. De nu al niet al te beste internationale (en financiële) positie zou te grabbel worden gegooid als de UT-campus nog meer een dorp wordt waar alleen Nederlands gepraat wordt. Het is de perfecte manier om juist van het Nederlands een streektaal, en van de UT een streekuniversiteit, te maken: sluit je af van de nu eenmaal internationale (wetenschappelijke) wereld door eigen-vocabulaire-eerst-politiek te hanteren.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.