Geachte minister Van Engelshoven,
Democratie sterft in de duisternis. Het is een gevleugelde uitspraak van Bob Woodward, de Washington Post-journalist die met collega Carl Bernstein het Watergate-schandaal onder president Nixon onthulde. Voor een functionerende democratie moeten de gordijnen open. Het licht is nodig, zodat mensen kunnen zien wat er gebeurt. De journalist kijkt van buiten naar binnen en doet daar verslag van.
Die openheid is in alle vormen van (semi-)publiek bestuur noodzakelijk. En daarom zijn wij, journalisten bij U-Today, blij met uw uitspraken over het belang van persvrijheid en de onafhankelijke journalistiek in het hoger onderwijs. We kunnen zeggen dat die onafhankelijkheid op de UT goed geregeld is. Er is een redactiestatuut, we krijgen een fatsoenlijk budget en kunnen in vrijheid aan nieuwsgaring doen.
Transparantie van instellingen
Maar, in de huidige discussie over de rol van onafhankelijke journalistiek in het hoger onderwijs, raakt een ander element ondergesneeuwd. Dat is de transparantie van instellingen. Journalistiek die een van haar belangrijkste taken wil vervullen, namelijk de controle van openbaar bestuur, kan niet zonder de toegang tot beleidsdocumenten en rapportages. En die toegang – oftewel transparantie - staat onder druk.
Besluitenlijsten van het college van bestuur worden gekuist en vaak maanden na dato gepubliceerd. Overleggen van universitaire commissies verplaatsen zich achter gesloten deuren en de documenten en uitkomsten worden alleen onder de deelnemers verspreid. Steeds vaker worden beleidstukken in de (democratische!) medezeggenschapsorganen als vertrouwelijk aangemerkt en besproken in besloten commissies. Agenda’s van bestuurlijke overleggen zijn niet toegankelijk, zodat – behalve de deelnemers - niemand weet wat er besproken wordt.
Grote thema's
Dat terwijl er grote thema’s spelen. Internationalisering, verengelsing, de miljoenen uit de afgeschafte basisbeurs voor onderwijskwaliteit en grote verbouw- en nieuwbouwplannen. Allemaal projecten gefinancierd met goeddeels publiek geld, penningen die de belastingbetaler ophoest. Daar moet controle op zijn. Een universiteit kan niet worden gerund als een bedrijf.
Wij zien de inperking van de transparantie met lede ogen aan. ‘We communiceren veel’, zeggen de bestuurders. Maar ze vergeten daarbij dat communiceren iets wezenlijk anders is dan transparantie. Als journalistiek afhankelijk is van wat bestuurders willen vertellen, dan is van openbaar bestuur geen sprake. Dan lopen we met LED-zaklampje door de burelen van de universiteit. Dit druist lijnrecht in tegen het ‘Openbaar, tenzij…’ principe.
'Geef spelregels aan'
Daarom vragen wij om spelregels aan te geven van de transparantie van het openbare bestuur van hoger onderwijsinstituten. Vragen daarbij zijn: wanneer mogen documenten, notulen en besluiten expliciet als vertrouwelijk worden aangemerkt? En horen agenda’s, stukken, notulen en besluiten van officiële gremia niet openbaar te zijn en actief door de instituten gedeeld te worden, door bijvoorbeeld publicatie op (intra)net?
Onze situatie is een bijzondere, deze redactie wordt voor een groot deel gefinancierd door de UT. En daarvoor is een compliment op zijn plaats: de universiteit faciliteert haar eigen checks and balances. Maar dat maakt het ook lastig om een duidelijke lijn te trekken en bijvoorbeeld naar uiterste middelen als een WOB-verzoek uit te wijken. Daarom, geachte minister, onze vraag: geef als baas en verantwoordelijke over de Nederlandse universiteiten duidelijk de spelregels van openbaar bestuur in het hoger onderwijs aan.
Daarmee kunnen de bestuurders en de journalistiek elkaar houden aan de regels. Regels die nu fluïde zijn en de laatste jaren steeds meer neigen naar verdere inperking van transparantie.
Met vriendelijke groet,
Maaike Platvoet
Sandra Pool
Jelle Posthuma
Rense Kuipers
Michaela Nesvarova
Rik Visschedijk