Misschien projecteer ik nu te veel mijn eigen ongemak op je, maar ik ken maar weinig mensen die zeggen: ‘Leuk, netwerken!’. Toch is een goed netwerk ontzettend belangrijk. En dan heb ik het niet alleen over een academisch netwerk, inclusief mentoren, collega-promovendi, vakgenoten, maar juist ook over relaties buiten de universiteit: vrienden, familie, professionals uit andere sectoren. Juist een netwerk in die beide groepen zorgt voor balans, helpt je eraan herinneren dat het leven niet alleen uit werk bestaat en geeft een frisse blik op wat je aan het doen bent.
Want je zal er maar middenin zitten, in dat complexe onderdeel van je onderzoek. Je data willen maar niet kloppen, of je worstelt met het schrijven van dat artikel. Je begint je al behoorlijk alleen te voelen. Dan is je netwerk van onschatbare waarde: een mentor die richting geeft, een collega die motiveert, of een vriend die een luisterend oor biedt. Dat heeft iedereen nodig. Jij dus ook.
Promoveren kan namelijk een eenzame klus zijn, en een netwerk – lees: een begeleider waar je mee kunt praten, een collega die je motiveert, een vriendin bij wie je je hart kunt luchten – maakt een wereld van verschil. Zelfs in Nature zijn er artikelen te vinden over het belang van een goed netwerk, of over hoe het mentale welzijn van promovendi over het hoofd wordt gezien.
Stel, je zit vast met een artikel of een experiment dat maar niet wil lukken. Een snelle brainstormsessie met collega, een goed gesprek met je dagelijks begeleider, en je hebt nieuwe input. Zoek verbinding, zoek mentoren, collega’s, adviseurs, deskundigen als je begeleiders je misschien niet kunnen bieden wat je nodig hebt.
Neem Bas, tijdens een koffiepauze deelde hij zijn frustratie over een experiment dat hij maar niet werkend kreeg. Een collega van een ander lab suggereerde een kleine verandering in de opstelling, en Bas’ experiment liep vervolgens als een trein.
Hoe vind je die mensen?
Zoek je een mentor, adviseur, deskundige? Neem contact op met professoren wiens werk je bewondert; sluit je aan bij professionele organisaties die gerelateerd zijn aan jouw onderzoeksveld; ga naar conferenties en workshops (ik kan je er nog wel een paar aanraden), het zijn goede plekken om nieuwe contacten op te doen. Of gebruik platforms als LinkedIn of ReserachGate om ervaren onderzoekers te vinden.
Maak contact met andere promovendi en organiseer peer-support. Soms biedt je universiteit daar al een structuur voor, maar je kunt die peer-support ook gemakkelijk zelf organiseren.
Neem Anna. Ze organiseert elke maand een lunch met haar mede-promovendi. Tijdens deze bijeenkomsten delen ze hun voortgang, vertellen ze waar ze tegenaan lopen en helpen elkaar vooruit. Anna is blij met de praktische tips én is blij dat ze niet de enige is die worstelt met de feedback die ze krijgt. Dit netwerk helpt haar om door te zetten, ook als het tegenzit.
Waarom is contact met andere promovendi belangrijk? Je kunt ervaringen delen, praktische adviezen en strategieën uitwisselen, elkaar feedback geven.
Professionele relaties zijn belangrijk, maar persoonlijke relaties zijn nog veel belangrijker. Sterker nog: ze zijn cruciaal voor je mentale en emotionele welzijn. Ze bieden een veilige haven waar je even kunt ontsnappen aan de druk van het promoveren, herinneren je aan je waarden en interesses buiten je onderzoek, en ondersteunen je onvoorwaardelijk.
Tijd maken voor een hobby, sporten met vrienden of tijd doorbrengen met je familie kan enorm bijdragen aan je algehele geluk en veerkracht. Het draait altijd om balans, en het is aan jou om te kijken hoe die balans bij jou is. Heb je nog tijd en energie als je klaar bent met werken?
Breng je netwerk in balans
Evenwicht tussen academische en niet-academische relaties is de sleutel. Te veel focus op een van beide kan leiden tot een gevoel van isolatie of burn-out. Zorg ervoor dat je actief tijd en energie investeert in beide soorten relaties. Plan regelmatige ontmoetingen met je academische netwerk, maar vergeet niet om ook tijd vrij te maken voor activiteiten buiten de wetenschap.
Om een voorbeeld te geven: Maria sluit elke vrijdagavond haar werkweek af door te gaan dansen met vrienden. Deze avonden helpen haar om te ontspannen, haar gedachten te verzetten, en haar energieniveau te herstellen. Daardoor lukt het haar om haar hoofd leeg te maken, het weekend ook echt als weekend te gebruiken en daardoor nieuwe energie te krijgen om op de maandagen haar promotieonderzoek met hernieuwde energie voort te zetten, maar deze avonden herinneren haar er ook aan dat er meer in het leven is dan alleen werk.
Hoe zit dat bij jou?
Arjenne Louter,
