Hoe kwam u bij Harambee terecht?
‘Ik ben al zo’n zestig jaar trainer van verschillende clubs. Eigenlijk was ik vijf jaar geleden gestopt, maar toen klopte Harambee aan: of ik het eerste wilde trainen. Daar voelde ik in eerste instantie niets voor. Want een studentikoze feestclub, daar had ik geen zin in. Ze vertelden mij dat er bij Harambee natuurlijk feesten zijn, maar dat het eerste een serieuze ploeg is.’
U zei ja..
‘Inderdaad. Weet je, ik heb in mijn zestig jaar veel volleyballers getraind. Heren en dames in de eredivisie, zitvolleybal en in 2000 coachte ik tijdens de Paralympische Spelen in Sydney (Australië). Op mijn 75ste vond ik al het reizen wel genoeg. Maar toen kwam Harambee, een mooie laatste klus en in de buurt. Harambee was ook een beetje thuiskomen. Eind jaren zestig van de vorige eeuw trainde ik het damesteam van het toenmalige Vredestein in het ‘houten zaaltje’ van de Technische Hogeschool Twente. Vijftien spelers haalden het nationale team. Ook in deze zaal speelt Harambee de thuiswedstrijden.’
'Middenin het seizoen was ik ineens een aantal jongens kwijt omdat ze op stage waren.'
Is een studententeam trainen wezenlijk anders?
‘Bij Harambee loopt genoeg kwaliteit, maar het grote verschil is dat zij niet in de eerste plaats voor volleybal gaan. De spelers zijn hier om te studeren. Middenin het seizoen was ik ineens een aantal jongens kwijt omdat ze op stage waren. Van het studentikoze hield ik mij afzijdig. Ik reed zelf naar de uitwedstrijden en ging nooit de kleedkamer in. Wel hield ik na het seizoen altijd een barbecue bij mij thuis met het team.’
Is dit nu definitief het afscheid van volleybal?
‘Dat is wel de bedoeling. Natuurlijk, ik vind het nog steeds erg leuk om training te geven en te zien hoe spelers beter worden. En ik heb een schat aan ervaring. Ik werk graag met mensen, dat is mijn drive. Maar het is nu wel een keer genoeg. We zijn in vijf jaar een eind gekomen en ik vind het leuk dat de spelers en de club mij met deze speciale wedstrijd in het zonnetje zetten.’