‘Kijk, daar zit een puttertje. En daar, op de lantaarnpaal, zie je een zwarte roodstaart. Gemakkelijk van afstand te herkennen vanwege de trillende staart. Ze hebben een nestje hier vlakbij, zag ik gisteren… De soort nestelde zich pas in Engeland nadat de Duitsers ze hadden gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog.’
Was getekend, Rolf de By, wetenschapper bij de faculteit ITC, sinds zijn twaalfde al fervent vogelspotter en vandaag de gids van dienst. Al bij het verzamelpunt, de hoofdingang van Langezijds, regent het wetenswaardigheden. En dat om 7 uur ’s ochtends. De By neemt een select gezelschap vroege vogels – zo, die woordgrap is eruit – mee over de campus voor een ware masterclass ornithologie.
Op weg naar het Pinetum worden de spelregels duidelijk. De zoveelste houtduif, daar besteden we geen aandacht aan. En bovenal, legt De By uit: ‘Een vogelaar doet het meest met z’n oren.’ Zo hoort hij een ogenblik later een tjiftjaf en heggenmus, waarna het zeskoppige gezelschap al speurende met een verrekijker de bewuste mus in het vizier probeert te krijgen. Nog een tiental passen verder en een grote bonte specht meldt zich in een boom verderop.
Lopen en stilstaan
Het is de modus operandi tijdens deze vogelspotwandeling. Lopen en al snel weer stilstaan en turen. ‘Voordat je op pad gaat, moet je altijd kiezen of je wil wandelen of vogelspotten. Je kan niet allebei doen’, weet Leon Kortekaas, die milieukunde in Breda studeert en momenteel bij de faculteit ET afstudeert. ‘Daarom wil mijn vrouw nooit meer met me mee wandelen’, grapt De By.
Het vogelspotten gebeurt niet zonder reden. De UT doet mee aan de zogeheten BioBlitz, een initiatief van meerdere universiteiten en hogescholen om in een maand tijd zoveel mogelijk plant- en diersoorten te identificeren in een afgebakend gebied en die te registreren op waarneming.nl. ‘Gisteren kwamen we al tot 92 soorten’, vertelt Brechje Maréchal, beleidsmedewerker Milieu & Duurzaamheid.
‘Wiens ego is nu groter?’
In het stukje bos tussen Pinetum en Achterhorst voegt De By een vleugje hightech toe aan de expeditie. Via zijn telefoon en een daaraan gekoppeld JBL-boxje speelt hij een hoog vogelgezang af. Deze methode – tapen genoemd – lokt in dit geval een vuurgoudhaan naar het gezelschap toe. Een minuscuul zangvogeltje met een oranje kuif komt buurten en druipt al snel weer af – al dan niet teleurgesteld in wat hij aantrof.
Heel veel kwaad kan dit tapen niet, legt De By uit. ‘Mits je het spaarzaam inzet. Je moet niet een half uur lang geluiden afspelen, dat lijkt me niet goed voor de vogels. Uiteindelijk is het een psychologisch spelletje. Het vuurgoudhaantje is nu actief aan het zingen gegaan, terwijl wij stil zijn. Dus wiens ego is nu groter?’
De tocht gaat verder via de Achterhorst. Langs kraaien, merels en meesjes, maar ook boomkruipers, zwartkoppen en kwikstaartjes. Achter Erve Holzik zit mogelijk een buizerd tussen de bomen, maar dat blijkt vals alarm: het was toch een kraai. ‘Beter vals geroepen dan niet geroepen’, zegt ITC-wetenschapper Wim Bakker, die actief bijdraagt aan de BioBlitz. Zo deed hij onlangs nog een bijzondere vondst vlakbij Erve Holzik, een oranje espenspanner – een in Nederland uiterst zeldzame nachtvlinder.
Vergaderingen
Het gevolg gaat verder richting de Hogekamp, waar vlakbij blauwe reigers een tweetal kraaiennesten hebben gekaapt. Vervolgens richting het Carillonveld – ook wilde eenden laten we links liggen – en de moestuinen tussen Paviljoen en Contact Centre. Daar volgt nog een laatste tape-poging om een middelste bonte specht te verleiden tot een verschijning. Tevergeefs, helaas. De soort was in 2004 nog uiterst zeldzaam, maar komt tegenwoordig veel meer voor dankzij goed bosbeheer, legt De By uit.
Het is tevens de laatste stop, want de eerste vergaderingen om 9 uur roepen voor het gezelschap. Ook die kunnen een uitdaging vormen voor menig vogelliefhebber, aldus De By. ‘Als het een belangrijke vergadering is, moet ik zorgen dat ik met mijn rug richting het raam zit. Anders raak ik afgeleid. Bij de niet-zo-belangrijke vergaderingen is het zaak om zoveel mogelijk andersom te zitten.’