‘Moet ik de tap al aanzetten?’, vraagt voorzitter Niels Borst halverwege het interview. Na instemmend geknik van onze kant, neemt de voorzitter plaats achter de toog. ‘Op een kroegavond kost een biertje 90 cent’, vertelt hij al tappend. ‘Bestel je er elf dan is de laatste gratis.’ Borst schuimt de kraag vakkundig af. ‘Maar die elfde geef je natuurlijk aan de tapper. Dat is de mores: ze staan er voor jou.’ Hij deelt de glazen rond en gaat weer op zijn barkruk zitten.
We zitten aan de bar van de kleine kroeg in Antigoon, de sociëteit van Taste. Naast voorzitter Borst zit Naomi Lambeck, de secretaris van de vereniging. Samen met zes andere bestuurders vormen ze sinds september het bestuur van A.S.V. Taste. Na de oprichting in 1988 ging de vereniging van het keldercafé in de Bastille naar het pand boven La Conga (het huidige Aspen Valley), om uiteindelijk in 1996 definitief in de Pakkerij te belanden. De kleine kroeg is van de grote kroeg gescheiden door een demontabele wand. ‘Hebben de leden zelf gemaakt’, zegt Borst trots. ‘Bij een open feest kunnen we er één grote kroeg van maken.’
Feiten en cijfers
- Naam vereniging: Algemene Studenten Vereniging (A.S.V.) Taste
- Opgericht: 30 november 1988
- Aantal leden: ruim 550
- Sociëteit: Antigoon, op de eerste verdieping
Spontane cantussen
Zo’n grote ruimte is geen overbodige luxe met ruim 550 leden. ‘We zijn de grootste vereniging van Enschede’, vertelt Borst. ‘Het ledenaantal is flink gestegen met de Kick-In, maar het gaat niet alleen om aantallen. Als ik op de kroeg kom, dan merk ik dat de eerstejaars ontzettend gemotiveerd zijn. Het is echt een lichting met kwaliteit en kwantiteit.’ Tijdens de Kick-In wil je mensen ‘binnenkoppen’, geeft Lambeck toe: de vereniging wil zoveel mogelijk nieuwe leden. ‘Nou, laten we het op inschrijven houden', vult Borst aan. ‘Het gaat er vooral om dat de nieuwe studenten zich ergens inschrijven. Eigenlijk maakt het niet uit waar, als je maar actief wordt.’
'Het laatste dat je wil als je ongedwongen gek doet op de kroeg is dat het direct vastgelegd wordt.'
In de kleine kroeg staat een piano op wieltjes. ‘Soms ontstaan er spontane cantussen’, vertelt Lambeck. ‘Dan gaat de piano rijdend door de kroeg.’ Tasters zijn niet vies van wat gezang. Als de vereniging zingt, mag één lied niet ontbreken. Dan klinkt uit vele kelen, als het verenigingslied wordt aangezet:
‘Allen zijn anders.
Samen zijn we één.’
Het begin van het lied is volgens Lambeck illustratief voor de vereniging. ‘Bij Taste hebben we allemaal een verschillende achtergrond’, vertelt ze. ‘Maar samen zijn we één grote club.’
Sociale controle
Iedereen is dus welkom bij Taste. Toch hebben ze een ontgroening – of zoals de bestuurders het noemen: introductieperiode. Borst: ‘Om direct een band te generen, is de intro gewoon een heel mooi moment. Het geeft je studentenleven een kickstart.’ Borst en Lambeck houden voor zich wat er precies plaatsvindt. ‘Die mystiek hoort er natuurlijk bij, dat maakt het leuk en spannend’, vertelt Lambeck. ‘Zie het als een spoedcursus Taste. Zo maak je een weloverwogen keuze om lid te worden.’ Borst vult aan: ‘Er is sowieso geen fysiek contact. Ja, we merken dat er landelijk gezien een negatief beeld rondom ontgroeningen hangt, mede door gebeurtenissen in Groningen. Maar we houden ons bewust bezig met het proces. Zo hebben we een draaiboek en stellen we iedereen op de hoogte van wat de gedragsregels zijn. Daar is ook een mooie sociale controle op.’
Die sociale controle is er ook op de kroeg. Antigoon barst van de welbekende mores en tradities. ‘Geen onredelijke of rare dingen, maar gewoon om te zorgen dat de sfeer erin blijft’, vertelt Lambeck. ‘Dus welbekende mores als geen gevoos op de soos, gezelligheid kent geen tijd. En je mag je telefoon niet tevoorschijn pakken, daar word je absoluut op aangesproken.’ Borst: ‘Het laatste dat je wil als je ongedwongen gek doet op de kroeg is dat het direct vastgelegd wordt. Dat gaat tegenwoordig zo snel… Voor je het weet sta je met je hoofd op internet. We willen niet het gevoel van veiligheid en vrijheid kwijtraken.’
'Het hiërarchische hebben wij niet zo.'
Dansen en slap lullen
Die vrijheid staat hoog in het vaandel voor de algemene studentenvereniging. Eenheidsworsten zijn de Tasters niet, zo zeggen de bestuursleden, maar de vereniging is voor iedereen de verbindende factor. ‘Je moet jezelf kunnen zijn. Wie wil dansen, moet kunnen dansen. En wie slap wil lullen moet daar ook alle gelegenheid voor krijgen. Het is een warm bad voor ieder lid. Een vereniging waarin je jezelf kunt zijn, jezelf en anderen beter leert kennen. En vrienden maakt voor het leven in een van onze zeven verticalen’, aldus Borst.
Voor de komst van de studentenverenigingen?
De toenmalige Technische Hogeschool Twente (THT) was begin jaren tachtig nog een in zichzelf gekeerde gemeenschap. Het studentenleven speelde zich uitsluitend op de campus af. Bas van den Heuvel studeerde in die jaren aan de THT. Hij liet bij het eerste lustrum van de Pakkerij aan UT Nieuws weten dat er ‘midden jaren tachtig een beetje een oostbloksfeertje op de campus hing’. Alles was gecentreerd op het terrein van de universiteit. ‘Je had één bar, de Vestingbar. Je kon op één plek eten: in de mensa. Er was één voetbalclub, één tafeltennisclub, één korfbalvereniging.’ Het studentenleven van Delft, dat Van den Heuvel als middelbare scholier kende, was veel minder centralistisch. In zijn tweede studiejaar richtte hij SAT op, de Stichting studenten-Activiteiten Twente. Langzaam veranderde de studentencultuur van Enschede. Verschillende verenigingen, waaronder SAT, begonnen zich op het centrum van Enschede te oriënteren. In 1988 veranderde SAT in Taste, kwam terecht in de Enschedese binnenstad en wist in 1996 een plekje in de Pakkerij te bemachtigen.
Gezamenlijk wegcijferen
In de tijd dat ze bij Taste kwamen, zagen ze van dichtbij wat voor goed geoliede machine de vereniging is, vertelt Borst. ‘Zoals leden die hun hand niet omdraaien om commissiewerk te doen. Of nuchter te blijven op een kroegavond om de veiligheid te waarborgen. Het is gezamenlijk wegcijferen voor het grotere geheel. En dat gebeurt vrijwillig.’ Hij vervolgt: ‘Als je mensen tot iets verplicht om ergens aan mee te doen, heb je geen algemeen en vrijblijvend karakter meer. Het hiërarchische hebben wij niet zo. Tuurlijk, mensen die heel veel gedaan hebben voor de vereniging krijgen veel respect, maar dat is omdat zij veel gedaan hebben. Die dwingen het op natuurlijke wijze af.’
'Het is duidelijk dat internationalisering speelt en we moeten er als vereniging iets mee doen.'
Komend jaar is een lustrumjaar voor de vereniging. Dan bestaat Taste dertig jaar. ‘Helaas zijn we tegen de tijd van de lustrumviering net bestuurder af. Maar we gaan er evenwel van genieten als lid. Het is een uitgelezen moment om ons als vereniging te laten zien’, zegt Borst. Ook andere zaken spelen voor het huidige bestuur, zoals internationalisering. ‘We vinden het belangrijk dat we het erover hebben binnen de vereniging’, vervolgt hij. ‘Het percentage internationale studenten aan de UT groeit. Het is duidelijk dat het speelt en we moeten er als vereniging iets mee doen.’ Lambeck haakt daar op in. ‘We gaan een inspraakavond houden. We vinden het belangrijk dat we onze leden niet voorbijlopen. We willen een open een proactieve houding aannemen, want als vereniging moeten we uiteindelijk eensgezind een richting kiezen. Het moet van twee kanten komen, maar we staan open voor iedereen.’
Geest van Antigoon
Tijd voor een rondleiding door de sociëteit. ‘Een mooi verhaal over onze vereniging?’, vraagt Lambeck. ‘Nou, daar staat de fles van Antigoon.’ Ze wijst op een vastgeketende fles. ‘De sociëteit is vernoemd naar Sus Antigoon van het stripverhaal Suske & Wiske. Sus Antigoon is in die verhalen een spook, die een fles aan zijn been heeft geketend. Wij hebben ook zo’n fles op de kroeg hangen en de geest van Antigoon zit daarin. Als andere verenigingen de fles jatten, brassen dus, dan moeten we de geest terug in de fles drinken. De tappers zetten de bar vol met bier. Pas als alles op is, kan de kroegavond verder gaan.’
Borst tuurt naar de fles. ‘Het is het afgelopen jaar twee keer gebeurd’, zegt hij. ‘Wij gaan er natuurlijk alles aan doen om te voorkomen dat ze de fles weer kapen. Maar eigenlijk schieten we onszelf nu in de voet: als dit verhaal online komt, gaat iedereen die fles proberen te pakken. Ach, zo erg is het ook weer niet. De bovenburen van Audentis kennen het verhaal toch al.’