Als een storm een naam krijgt, dan weet je dat het menens is. Ruim tweehonderd fietsfanaten gingen zondag de strijd aan met ‘Ciara’ op de Oosterscheldekering. Marijke Abma, UT-student biomedische technologie, deed mee aan ‘de zwaarste editie ooit’ van het NK Tegenwindfietsen.
Wat is het precies voor een evenement?
‘Het is een jaarlijks terugkerend kampioenschap waarbij de deelnemers tegen de wind in over de Oosterscheldekering fietsen. De tocht is maar liefst 8,5 kilometer. Alle deelnemers krijgen dezelfde fiets om de oversteek te volbrengen, een fiets zonder versnellingen en met terugtraprem.’
Hoe kwam je bij dit evenement terecht?
‘Een aantal jaar geleden zag ik een item bij het Journaal over het NK Tegenwindfietsen. Sindsdien volg ik ze via Facebook. Toen de inschrijving voor deze editie openging, gaf ik me direct op samen met mijn vriend. Normaal ben ik van de triatlons, maar ik vind het ook altijd leuk om aan dit soort evenementen mee te doen. Eigenlijk is het meer een happening. Je moet het een keer gedaan hebben zo’n NK Tegenwind.’
Misschien een open deur. Was het zwaar?
‘Ja, behoorlijk. Mijn vriend en ik startten vrij laat, dat was onze pech. Waar de eerste deelnemers met windkracht zes à zeven reden, kregen wij windkracht negen à tien te verduren. Een goede klassering zat er bij voorbaat al niet in. Het was overleven tot de finish. Ik ben twee keer van mijn fiets gewaaid. Op bepaalde stukken haalde ik hooguit zes kilometer per uur. De 8,5 kilometer volbracht ik uiteindelijk in drie kwartier. Ter vergelijking: op de racefiets rijd ik twintig kilometer in 35 minuten. Maar dat zijn natuurlijk onvergelijkbare omstandigheden.’
Was het niet gevaarlijk met zo’n storm?
‘Er vlogen onderweg kleine steentjes in het rond. Dat was best link. De organisatie moest uiteindelijk zelfs een deel van de race afgelasten door de storm. Het was met recht de zwaarste editie ooit. Ik maakte mij vooral zorgen over de terugrit van Zeeland naar Friesland, waar we wonen. Gelukkig is het allemaal goedgekomen.’
Is er nog een bepaalde tactiek?
‘Je moet goed op de omgeving letten. Kan iemand mij redden van de wind, vraag je jezelf constant af. De pijlers van de brug, het publiek en de bosjes: allemaal kunnen ze voor enige luwte zorgen. In de slipstream van een andere deelnemer rijden mocht trouwens niet. Bij mij liep een man een stukje mee. Hij zag mij strijden. Onderweg deed-ie zijn windjack een beetje open, zodat hij nog meer wind ving. Dat hielp flink. Vooral het laatste stuk fietste ik heel hard om iemand in te halen, en dat is gelukt. Toch is het NK Tegenwind vooral een strijd tegen jezelf.’
Valt er te trainen op tegenwind?
‘Wind is niet ongebruikelijk in Nederland. Ik heb mijn hele jeugd in Friesland tegen de wind in gefietst naar school. Als je het zo bekijkt, was ik goed voorbereid op het NK!’