Hoe ben je terechtgekomen bij UReka?
‘Ik ken UReka door twee bestuursjaren die ik heb gedaan. Ik doe nu koepelbestuur bij Overleg Studieverenigingen en ben het jaar daarvoor voorzitter geweest van Arago. UReka was vaak aanwezig bij onze vergaderingen en stelde op een gegeven moment de vraag of er mensen waren die problemen hadden ondervonden met het overstappen naar een andere studie. Omdat ik ben overgestapt van BMT naar AP had ik hier zeker ervaring mee en toen begon de bal te rollen. Ik werd gevraagd om mee te denken en zo werd ik uiteindelijk lijsstrekker. In eerste instantie wist ik nog niet welke plek ik op de lijst wilde hebben en hoeveel tijd ik ervoor zou hebben, maar ik vond het zo leuk dat ik toch besloot die functie te bekleden.’
Wat doe je zoal in de universiteitsraad?
‘Als lid van de Uraad vergader je met de raad en met het college van bestuur. Het gaat over beleid en over de gang van zaken op de UT. Als er problemen zijn, kunnen studenten dat bij ons aangeven, maar we bespreken bijvoorbeeld ook onderwerpen als internationalisering.’
Wat doe nog meer?
‘Ik ben in het koepelbestuur afgevaardigde van TNW. Eén keer per maand vergader ik met de voorzitters van de studieverenigingen van de faculteit, twee keer per maand zit ik met het koepelbestuur om tafel en één keer per maand met alle studieverenigingen. Het afgelopen jaar was ik ook betrokken bij het nieuwe contract voor onze borrelruimte met Grolsch en ik zit nog bij een aantal commissies van Arago.
Daarbij heb ik een actief huis en ben ik af en toe te vinden bij AEGEE waar ik ook lid van ben. Ik werk trouwens ook nog bij Pre-U als coördinator decentrale projecten, maar daar stop ik mee. Ik ga volgend jaar een lerarenopleiding doen en heb dan door de stages minder tijd over.’
Hoe hou je zo’n druk leven vol?
‘Het is wel zwaar en ik heb echt moeten leren ‘nee’ zeggen. Dat vind ik lastig. Als ik iets heel leuk vind, zet ik daar m’n zinnen op en wil ik het graag doen.’
Heb je nog een tip voor je medestudenten?
‘Laat je niet afschrikken door hoeveel tijd activisme kost. Het feit dat ik iets naast mijn studie doe, geeft mij meer energie dan als ik dat niet zou doen.’