Peter Verzijl (tweedejaars creative technology, 21) door huisgenoten ‘Tony’ genoemd en Thomas Deinum (tweedejaars business & IT, 21) omgedoopt tot ‘Midas’. Ze wonen aan Campuslaan 23.
Tony (rechts op de foto) over Midas: ‘Midas is een heel toffe kerel met een bedenkelijk karakter. Daar bedoel ik mee dat hij vaak stil is tijdens discussies of gesprekken maar dan heel onverwacht met een geniaal argument of verhaal uit de hoek kan komen.
Hij eet zijn ontbijt en lunch altijd op zijn kamer, wat best vreemd is in ons studentenhuis. Als je hem een keer ’s ochtends ziet, dan is hij altijd gekleed in dezelfde geruite joggingbroek. Het is wel raar dat hij zijn haar dan al wel goed heeft gestyled. Het totaalplaatje klopt dus niet helemaal!
Als we samen naar feesten gaan, krijgt hij halverwege de avond vaak zin in hambo’s, ook wel hamburgers genoemd. We moeten eerder van het feest weg om die thuis te gaan eten. Vaak blijven we uiteindelijk gewoon thuis op de bank hangen, en kijken we oude filmpjes. Dat vind ik altijd mooi.’
Midas over Tony: ‘Tony is een leuke vent met wie je oneindig lange discussies kunt voeren over de meest uiteenlopende zaken. Vaak nemen we er dan een whiskeytje bij. Vinden we allebei erg lekker.
Zijn karakter is een beetje als iemand die aangeschoten is, lollig en lichtelijk hyper. Tony komt uit de buurt van Leiden en praat heel erg met een Leidse r. Hij imiteert thuis graag een ‘Haagse Sjonnie’ qua gedrag en taaltje. Dat vind ik grappig.
Verder zingt hij veel thuis. Hij is geen enorm zangtalent, soms zou je willen dat hij zijn mond hield. Aan de andere kant brengt het altijd een bepaald sfeertje van gezelligheid met zich mee, dus laten we hem maar.’
Hambo’s
Tony: ‘Midas, Tommie (andere huisgenoot) en ik waren laatst naar een feest toen Midas zoals gebruikelijk zin kreeg in hambo’s. Rond een uur of vier gingen we naar huis om die te maken. Eenmaal thuisgekomen ging ik die hamburgers bakken, terwijl Midas en Tommy alvast op de bank gingen zitten.
Eenmaal klaar met bakken, bleek Midas in slaap gevallen. Het lukte niet om hem wakker te krijgen. Als laatste redmiddel hebben we toen de hamburgers maar onder zijn neus gedouwd. Dat werkte wel. Hij heeft nog net de burgers kunnen eten voordat hij weer in slaap viel. Het was een mooie avond.’