De één woont alleen, de ander weet niet precies hoeveel huisgenoten hij eigenlijk heeft. De één betaalt nauwelijks voor zijn antikraakpand, de ander ligt krom voor de huur van een villa met zwembad. Er is nogal wat diversiteit in de Twentse kamers. UT Nieuws neemt je wekelijks mee langs de onderkomens van Twentse studenten. Met vandaag...
Bewoner
Jennifer Bendsneijder (22) studeert Communicatiewetenschappen.
Kamer
Voor haar kamer van 28 m2 in studentenhuis AC op Noorderhagen 20 betaalt zij €290,-.
Hoe zou je jouw kamer omschrijven?
‘In het kort? Een bij elkaar geraapt zooitje. Ik zit hier nu ongeveer 4,5 jaar en in die tijd heb veel spulletjes verzameld. Er zijn een soort tijdzones te ontdekken in mijn kamer. Dingen zoals galagadgets en attributen van feesten probeer ik een mooi plekje te geven. Ik probeer het gezellig te maken, met lampjes en kaarsjes. Het is echt mijn kamer.’
Waar ben je het meest gesteld op?
‘Dat is zeker weten mijn witte kast. Die was eerst van een oud-huisgenoot. Ik bewonderde de kast altijd al als ik in haar kamer kwam. Toen zij verhuisde, mocht ik hem overnemen. Dat superoude tv’tje dat ik heb past er precies in en daarnaast is het gedeelte met de ruitjes erg mooi.’
Mis je nog iets in kamer?
‘In principe niet per se in mijn kamer. Het is een soort studio, met eigen badkamer en keukentje. Wat ik wel mis is een gemeenschappelijke woonkamer in ons huis. Daarom eten we altijd op iemands kamer. En misschien mis ik een extra kledingkast. En een schoenenrek.’
Hoe gaat dat eten er dan bij jullie aan toe?
‘We hebben dus geen gemeenschappelijke woonkamer of keuken. Het begint dus al met het zoeken van alle spullen. Die staan namelijk verspreid over onze acht keukens. Hebben we wat spullen gevonden dan kunnen we gaan koken. Is het eten bijna klaar, dan gaat er weer een zoekpartij op jacht naar borden en bestek. We eten regelmatig op mijn kamer, en er is dan wel wat sfeer. Er gaan wat kaarsjes aan, of met kerst wat kerstmuziek!’
Heb je nog een leuk laatste verhaal?
‘Ik weet nog wel een leuk verhaal! Een tijdje geleden kwam een ouwe lul mijn kamer binnenzetten. Het was wat later op de avond, en we hadden allebei al een borreltje op. Hij kwam gedag zeggen, maar hij kwam binnen met: ‘Hee! Wat doe jij op hier? Op mijn kamer?!’ Waar ik natuurlijk vol tegen in ging. Hij vervolgde met: ‘Echt niet! Dat is mijn gasstel, mijn koelkast, mijn kastjes, mijn systeemplafond!’ Moraal van het verhaal, veel dingen blijven hier best lang rondzwerven. Die gast was al ruim tien jaar weg, maar ik gebruik nog steeds een paar van zijn spullen.’