![]() |
Blik op de koelvijver en de apparatuur in de Horst die zorgt voor het functioneren van het systeem. (Foto: Gijs van Ouwerkerk) |
Ruim honderdvijftig man bekeken donderdagmiddag zonder gids de pompen, het zuiveringsfilter, de koelinstallaties en natuurlijk de koelvijver zelf. Deze `uitgezette rondleiding' was de afsluiting van het minisymposium over de koudecirkel. Vooraf hadden Marien Florijn van de Vastgoedgroep en verschillende bouwkundige experts het publiek de werking van het systeem uitgelegd.
![]() |
Volgens Florijn is de koudecirkel een uniek project in Europa. Vaak vindt warmte/koude-opslag plaats in de bodem, maar door de bodemsamenstelling is dat op het UT-terrein niet mogelijk. Daarom werd besloten om een tien meter diepe vijver als buffer te gebruiken.
![]() |
's Nachts wordt het water in de vijver gekoeld: 's zomers met koelinstallaties, `s winters aan de buitenlucht. Via een ringleiding wordt het water door de gebouwen verspreid. Onderin de vijver zit het afgekoelde water en bovenin het opgewarmde water dat terugkomt uit de gebouwen. De grens tussen koud en warm water zakt in de loop van de dag, maar koud en warm zullen nooit mengen.
Volgens Florijn levert dit systeem een energiebesparing op van 3,7 procent vergeleken met conventioneel koelen, waarbij elk gebouw afzonderlijke koelinstallaties heeft. Het project heeft zo'n vijf miljoen euro gekost: een bedrag dat op deze - onconventionele - manier al binnen tweeënhalf jaar terugverdiend worden.
De koudecirkel zorgt overigens niet alleen voor koeling van gebouwen, het water dat wordt rondgepompt is deels ook toevoer voor de sprinklerinstallaties. Op dit moment wordt het systeem gebruikt voor het Horstcomplex en de Meander, maar het is de bedoeling dat ook de nieuwbouw van Carré en NanoLab de buffer gaan gebruiken.