Van boerenzoon tot topchemicus

| Redactie

Fraser Stoddart noemt het eredoctoraat dat hij vrijdag 1 december van de UT ontvangt very touchy. `David Reinhoudt is my hero,' zegt de hoogleraar organische chemie aan UCLA, de universiteit van California in Los Angeles, waar hij sinds 2003 ook directeur is van het California NanoSystems Institute. `We zijn scientific brothers'.


De Sunset Boulevard is de beroemde kilometerslange verkeersader die al slingerend het maffe en toeristgekke Hollywood verbindt met het mondaine Santa Monica aan de Pacific. Vlak bij het (qua omvang bescheiden) Beverly Hills, maar nog zeker tien kilometer vóór de woonplaats van Stoddart aan de kust, ligt de UCLA-campus. Links van de weg, aangevlijd tegen het niet minder bekende Bel-Air. Groot, statig, groen. Een enorm complex van 163 gebouwen, portiersloges en parkeergarages. Alle gangbare studierichtingen hebben er een plek. Centraal op de campus ligt het academisch ziekenhuis. Ook op zondag is het betaald parkeren geblazen, op straffe van wegslepen. Een politiewagen glijdt langzaam voorbij. De campus ligt er vrolijk bij, zo in de late oktoberzon. De temperatuur overdag: ruim boven de 25 graden. Stoddart - capribroek en gestreepte polo - komt ons al tegemoet. Dat is wel zo handig want het oude, krakkemikkige gebouw voor chemie en biochemie is voor buitenstaanders maar lastig te vinden.

Zijn Schotse afkomst is meteen hoorbaar wanneer hij zijn Nederlandse gasten begroet. `Zeg maar Fraser'. De professor neemt ons mee naar zijn werkruimte. `Dit gebouw is een massieve tank'. Veel beton, nauwelijks een raam. Het strookt allerminst met de openheid en zichtbaarheid die Stoddart nastreeft.

In een meegebrachte Newsweek staat UCLA op een twaalfde plek in de wereldrangorde van universiteiten (Harvard is de nummer één, Stanford staat op twee). Stoddart reageert aangenaam verrast. `Ik maak daar meteen een kopietje van'.

Wat betekent die plek voor u?

`Eh, ik ben daar altijd voorzichtig mee omdat het niet alleen over nanotechnologie gaat. Zo'n ranking is wel tekenend voor de tijd waarin we leven en het is zeker een goed gevoel bij de top te horen.'

Hoe hoog zou UCLA staan als het alleen om nanotechnologie ging?

`Hopelijk op een hoge plek. Het nieuwe gebouw van het instituut, op een zichtlocatie, is eind dit jaar klaar. We beschikken dan over state of the art facilities in de beste cleanrooms ter wereld. Intel en BASF zijn onze financiële partners, ze hebben er heel veel geld ingestoken, zonder dat we daar een tegenprestatie voor leveren. Dat doen we als universiteit niet. Deze bedrijven hebben vooral belang bij goed opgeleide mensen. Wat we daarnaast willen is de bestaande grenzen tussen disciplines slechten. Ik hoop dat we een tijdperk ingaan van meer samenwerking. Door veel universiteiten te bezoeken en presentaties te geven maak ik duidelijk dat de deur altijd voor iedereen open staat. Preach the gospel!

Fraser Stoddart (64) die na George Whiteside (Harvard, UT-eredoctor sinds 2001) en Bob Crops (Caltech, Los Angeles) de meest geciteerde chemiewetenschapper ter wereld is, groeide op als enig kind van een Schotse pachtboer in de naoorlogse jaren. Daar werden zijn doorzettingsvermogen en weerbaarheid gevormd. Het was de tijd dat eten en kleren nog op de bon gingen. `Het leek net Oost-Europa met z'n planeconomie.' Op zijn laptop verschijnt een zwartwitfoto van een oude boerderij, zijn ouderlijk huis. `Dat is mijn vader, dat is de hond'. `We woonden zo'n achttien kilometer van Edinburgh. Tot mijn zeventiende hadden we geen elektriciteit. Ik leefde a very simple lifestyle.' De jonge Stoddart was verslingerd aan jigsaw puzzles en meccano. Aan die twee elementen schrijft hij zijn vroege interesse in chemie en mechanische verbindingen toe. `My first university was the farm, because we had to earn our own way in the world. I learned a good deal of independent, self-help and self promotion.'

U werkte toen ook al op zondag, net als vandaag?

`Dat klopt. Ik ben altijd aan het werk. We call it twenty-four seven.' De professor vertelt dat zijn kleinzoon laatst aan zijn moeder vroeg: where does granddad live? Waarop zijn moeder naar boven wees. In the air, in a plane. `Ik vlieg per jaar vele malen de wereld rond. Mijn twee dochters vinden dat ik het kalmer aan moet doen, maar dat lukt me nog niet erg.'

Wat is er waar van het gerucht dat u aan vier uur slaap per dag voldoende hebt?

Een haast verontschuldigende lach: `I am afraid that's the case, but I am holding so many balls in the air at once.' Waarmee de hoogleraar aangeeft van deadline naar deadline te werken. `The one after another.' Legt uit: `Ik kan moeilijk nee zeggen, dat is mijn punt. Ik wíl ook graag jonge mensen helpen. En als je wilt dat dingen gebeuren, moet je ze vaak zélf doen.'

Terug naar de boerderij. `Tot mijn zestiende ging ik elke dag met de bus naar school in Edinburgh. Mijn ouders brachten me met de auto naar de dichtstbijzijnde halte, een paar kilometer verderop. Daarna was het nog drie kwartier met de bus. We rookten sigaretten totdat onze ogen ervan traanden.' Na de high-school ging Stoddart naar Edinburgh University waar hij in 1960 aan chemie begon en in 1966 zijn PhD haalde. De strakke hiërarchische structuur aan de universiteit weet Stoddart nog goed. `Mijn begeleider heb ik slechts twee keer ontmoet: toen ik begon en toen hij me vertelde dat-ie een postdoc voor me geregeld had aan Queen's University in Canada. It was like an arranged marriage and part of the culture at that time.'

Stoddart, sinds 1970 zelf hoogleraar (hij was amper dertig!) houdt er een heel andere benadering op na. `A professor is as good as his or her graduate students. You do not put them through hell and back. Ik stimuleer studenten vooral heel productief te zijn. Na kwantiteit volgt kwaliteit, is mijn mening. Ook maak ik ze duidelijk dat we het onderzoek sámen doen en dat ze altijd bij me kunnen aankloppen. De deur staat open. Ook komt er nooit een assistent tussen mij en de student, want dat was in mijn eigen studietijd altijd mijn grootste probleem. Verder vertel ik studenten dat ze al veel bereikt hebben maar nog meer en beter kunnen. Ik steun ze daarbij zo veel mogelijk.'

Hoe anders verging het Stoddart zelf, als postdoc. Hij vertrok in 1967 naar Kingston, Canada. De enorme pakken sneeuw maakten diepe indruk. `Ik was natuurlijk wel iets gewend, maar nog nooit zo veel!' Naïef was de jonge wetenschapper ook. `Ik dacht dat elke stad net als Edinburgh een kasteel had.' Drie jaar verbleef hij in Kingston en kwam in de periode slechts één keer terug om zijn `Edinburgh sweethart', Norma Scholan, te trouwen. `Achteraf gezien was dat een unieke reiservaring want het moet één van de laatste echte cruisevaarten zijn geweest.'

Zijn postdoc bracht niet wat hij ervan verwachtte. `Mijn begeleider Ken Jones, een vrolijke, theedrinkende Engelsman, ging voor een jaar naar Brazilië. Zonder zijn supervisie leidde ik van de ene dag op de andere zijn onderzoeksgroep, terwijl ik dacht volledig aan mijn eigen onderzoek te kunnen werken.' Wel veranderde hij van onderzoeksrichting, geïnspireerd door een artikel van Charles Pedersen (Nobelprijswinnaar 1987) over de `aaneenschakeling' van meer dan zes atomen, een heel bijzonder fenomeen in die tijd. `It blew apart the things I had learned about compounds. This got my imagination and I got my feet wet in that part of science.'

Op advies van Jones ging de jonge wetenschapper eind 1969 naar Sheffield University. Voor Stoddart a mixed blessing. `Norma en ik voelden ons nauwelijks welkom. Ook raakte ik verstrikt in een web van intriges en hiërarchie. Voor alles was toestemming nodig. Controle en toezicht waren enorm.' Stoddart geeft er chemieles aan eerstejaars geneeskundestudenten, maar weet niet goed om te gaan met de onprettige werksfeer. Totdat zijn vader in 1973 overlijdt en hij nieuwe inzichten krijgt. `Mijn ouders zeiden, toen ze in 1968 de boerderij aan de kant deden, dat ze nu alles gingen doen wat ze altijd al graag hadden willen doen. Veel tijd was hen daar uiteindelijk niet voor gegund, waarop ik dacht: if you do not become your own person here, your life is going to go.'

Dus, tijd om de mouwen op te stropen. `Ik vond ingenieuze maniertjes om regels te omzeilen en een klein beetje vrijheid voor mezelf te creëren.' Hij ging tot actie over en regelde een sabbatical van drie maanden naar UCLA. `I often call myself an academic gipsy because I move so much.' Stoddart werkte er met Billy Don Gram, die in 1987 samen met Pedersen en Jean-Marie Lehn (die ook van de UT een eredoctoraat kreeg in 1991) een gedeelde Nobelprijs kreeg. `Het leek alsof ik een andere wereld binnenstapte. Gram was iemand die over wetenschap praatte, mij met groot respect behandelde en me steunde. Ik leverde een keer om zes uur 's avonds een paper in en dacht dat het wel enkele weken zou duren voordat ik het ding terughad. De volgende ochtend had ik het terug. Nagekeken en al!'

Na UCLA kwam hij op detacheringsbasis te werken bij Imperial Chemical Industries en vertrok het gezin met inmiddels twee dochters in 1978 naar Runcorn in midden-Engeland. `Een heerlijke tijd waarin ik veel leerde van het bedrijfsleven en researchmanagement. Ook had ik het geluk te werken met de meest bekwame onderzoekers in de chemie en fysica van die tijd, wat leidde tot het onderzoek dat ik vandaag de dag nog steeds doe. We publiceerden over wat Gram zou noemen host/guest chemistry.' Na het driejarige contract keerde Stoddart terug naar Sheffield University. `Ik was veranderd, mondiger en zei wat er niet deugde.'

Niet veel later trok Birmingham University (waar hij in 2005 zijn eerste eredoctoraat zou krijgen) aan de bel. Stoddart: `In 1952 had deze universiteit de beste chemieafdeling van Engeland, maar daar was niet veel meer van over. It was something you want to run away from.' Minstens twee miljoen dollar achtte Stoddart nodig te hebben om de zaak op te knappen. Die kreeg hij en in 1970 ging Stoddart er als hoogleraar organische chemie aan de slag om de scheikunde nieuw leven in te blazen.' Toen hij zeven jaar later naar Los Angeles vertrok, had Birmingham tien miljoen dollar geïnvesteerd. `De chemieafdeling was het paradepaardje dat trots aan leden van het Koningshuis getoond werd.' Het succes van Birmingham zette andere universiteiten op het goede spoor. Het doet Stoddart goed dat hij nog voor zijn vertrek uit Engeland de vruchten plukte van zijn inspanningen in de jaren tachtig. `We publiceerden enorm veel.'

Ook over nanotechnologie?

`Het is altijd moeilijk te zeggen wanneer je het terrein van de nanotechnologie binnenstapt. Een paper uit 1991 beschrijf het verschijnsel voor het eerst. De fase van scepsis zijn we denk ik inmiddels voorbij. Nano is algemeen geaccepteerd, maar de toekomst is moeilijk te voorspellen. Ik zie dat de wetenschap en het bedrijfsleven steeds meer samenwerken. Everybody is getting out of the box. Ook hier op UCLA werken we across boundaries. De tijd dat een chemicus een chemicus is en een bioloog een bioloog is voorbij.

Meer interactie dus tussen technische en sociale studies op UCLA?

`Ja, we houden de impact van ons onderzoek op de maatschappij goed in de gaten. We hebben daar speciale programma's voor en blijven angstzaaiers zo een stap voor. Kijk, nanotechnologie speelt zich af in cleanrooms, maar het product dat eruit komt is niet langer meer nano. We produceren iets op micro- en macroschaal dat net zo veilig moet zijn als alle andere producten.'

Stoddart werd in 1992 al gevraagd om de leerstoel van Gram op UCLA over te nemen, maar hij was net begonnen in Birmingham. Veel schokkender voor hem was dat zijn vrouw in datzelfde jaar een herseninfarct kreeg. `Ze was nog niet hersteld of er werd bij haar borstkanker geconstateerd. Na een strijd van twaalf jaar overleed ze begin 2004. Ze was mijn steun en toeverlaat en sterk betrokken bij mijn onderzoek.'

In Los Angeles nam Stoddart in 1997 de Saul Winstein leerstoel organische chemie over, zes jaar later de Fred Kavli- leerstoel nanosystems science. Directeur van het California NanoSystems Institute werd hij in 2004.

Hoe combineert u deze twee functies?

`Door veel uren te maken en me te concentreren op the big picture. Ik heb bovendien een geweldige groep mensen om me heen.'

U hebt al talloze prestigieuze prijzen in ontvangst mogen nemen. Wat doet dit eredoctoraat van de UT u ?

`Dit is very touchy, want David Reinhoudt is een van mijn scientific brothers die ik in 1973 voor het eerst ontmoette. We zien elkaar regelmatig op conferenties en geloven in nieuwe ontwikkelingen zoals host/guest supramoleculaire chemie en de nanotechnologie. Ook willen we jonge academici stimuleren. De kwaliteit van Reinhoudt's onderzoeksgroep bij Mesa+ is geweldig. Nederland is samen met Zwitserland één van de twee Europese landen die het de laatste vijfentwintig jaar buitengewoon goed doet in de fysica. Jullie hebben wereldleiders in de chemie! Niet alleen David Reinhoudt maar ook Bert Meijer van Eindhoven en Cees Dekker van Delft. World superstars! David is one of my heroes. Hij is een pionier in de nanotechnologie en brengt verschillende disciplines bij elkaar.'

Wat zijn de grootste verschillen tussen uw instituut en Mesa+?

`Mesa+ is een zichtbaar instituut, wij werken daar nog aan. In ons nieuwe gebouw komen verschillende disciplines samen die werken met de meest geavanceerde technieken op nanogebied. Het is geen business as usual! Zoals ik al zei: we kennen geen grenzen. We spreken over een geheel ander onderzoeksconcept. Je kunt er als groep ruimte huren voor bijvoorbeeld vijf jaar. Daarna kun je een nieuw huurcontract afsluiten, als je goed hebt gepresteerd.'

Iets anders. In Amerika zijn alumni veelal gulle gevers van hun oude universiteit. Wat doet u?

`Ik geef per jaar vijftienduizend Engelse pond aan de universiteiten van Birmingham en Edinburgh, met de opdracht dat ze er zelf eenzelfde bedrag bijleggen. Waarna ik er nog eens vijftienduizend aan toevoeg.' Stoddart zegt een uitstekend salaris te hebben, maar `geld is voor mij geen drijfveer. Wat mij veeleer motiveert, is het dagelijks werken met mensen tussen de achttien en achtentwintig jaar. Sommigen zijn zonder twijfel het meest getalenteerd van hun generatie. It is not really work in the shape of form that most people look upon it. Het is eerder hobby, een privilege dat maar heel weinig mensen is gegeven.'

U bent vierenzestig, hoe ziet uw toekomst eruit?Pensioen?

`Nee, dat komt niet bij me op. Ik ga door zolang ik me fysiek goed voel. Dat is het grote verschil met Europa. Het is absoluut te gek voor woorden dat Reinhoudt stopt met werken (volgend jaar september, red.)! We hebben het over een toppersoon die ontzettend creatief is. Vroeg stoppen is zo zonde. Dat is de reden dat veel mensen in de Verenigde Staten gaan werken. Making way for young people is nonsense! Jonge mensen blijven gewoon komen. Op UCLA werken we juist als een familie: wij zijn de opa's die de jongeren helpen. Volgend jaar word ik 65. Er is nog niemand bij me gekomen met de mededeling dat het tijd is te stoppen. Dat verwacht ik ook niet. Ik heb nog steeds studenten die pas over vijf jaar hun diploma halen. Daarna kan ik altijd nog een beslissing nemen.'

We eten met Fraser in een Thais restaurant in de buurt en lopen over de campus. Mensen lezen een boek in het gras, een trouwpaar laat zich fotograferen. De Faculty Club kan wel een verfje gebruiken. `Ik kom er vaak, ontmoet er collega's, maar het menu is er nog hetzelfde als twintig jaar geleden. Dat schiet dus niet op', vertelt hij. Even verderop wordt een buitenexpositie van beeldende kunst geopend. `En dit is het nieuwe instituut dat binnenkort wordt opgeleverd.' Het is een fraai, onder architectuur opgetrokken pand. `Daar gaan we echt grootse dingen doen'.

De Universiteitsbibliotheek biedt boeken en fullt text artikelen van Stoddart aan op www.utwente.nl/ub/news

David roemt Fraser

Erepromotor David Reinhoudt, wetenschappelijk directeur van Mesa +, herinnert zich de eerste keer dat hij Stoddart meemaakte bij een lezing van Shell, beginjaren zeventig. `Hij wist echt alles beter'. Stoddart is een van de weinige chemici die in de laatste vijfentwintig jaar een nieuw veld van organische chemie heeft gecreëerd, aldus Reinhoudt. `Door zijn creatieve onderzoekslijn heeft hij de supramoleculaire chemie ontwikkeld tot praktische toepassingen. Hij bedenkt nieuwe concepten: zoals moleculen die als motor fungeren. Vanuit niet-bestaande kennis genereert hij nieuwe kennis waarvan hij vervolgens geen gebruik maakt. Dat laat-ie over aan de spin-offs. In die zin is hij meer een echte, gepassioneerde wetenschapper dan een manager of een entrepreneur. Hij is vooral sterk in het aantrekken van tweede geldstroomfondsen, daar leeft-ie van! Net als ik schept hij een wetenschappelijke omgeving en ambiance, en faciliteert deze. Een eredoctoraat krijg je niet, maar moet je verdienen. Fraser is de beste.' Reinhoudt kent Stoddart al vanaf 1973. `Wij zijn echte collega's. Zo'n negen keer per jaar komen we elkaar op nanoconferenties in de hele wereld tegen. Gek genoeg hebben nooit samen projecten geïnitieerd.'

Pa Stoddart met hond voor de oude boerderij
Pa Stoddart met hond voor de oude boerderij

De campus van UCLA
De campus van UCLA

De moleculaire ringen zijn in vele kunstzinnige vormen zichtbaar
De moleculaire ringen zijn in vele kunstzinnige vormen zichtbaar

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.