Gastheer van De Straat is de oude zeerot 'Bijgoochem'. Aan het begin van het stuk legt hij de nietsvermoedende toeschouwers even fijntjes uit waar ze terecht zijn gekomen: 'Ik zal jullie een beetje wegwijs maken. Je heb de stad, je heb deze straat en dan hebbie de vuilnisbelt. Dit is het laatste station. Al het leven is hier vergooid.' Street speelt in een achterbuurt van een grote stad. Het is een arbeiderswijk, waar men niet meer arbeidt: de fabriek is failliet en gesloten. Iedereen is op straat komen te staan, op 'De Straat'. Sinds het sluiten van de fabriek is het leven in De Straat volmaakt zinloos en uitzichtloos geworden; men loopt wat rond te lummelen of ligt in bed te stinken. De bewoners zuipen whisky bij de vleet en steken de ene sigaret met de andere aan. Regelmatig bespringen zij elkaar en maken nummertjes. Zo worden dus alleen nog de primaire levensbehoeften vervuld, met als resultaat zeer lijfelijke scènes op het toneel. Daarbij zijn de dialogen overigens niet in Algemeen Beschaafd Nederlands, maar dat zal ook niemand verwachten in een volksbuurt waarin iedereen tot op het bot geïrriteerd is.
Het verbale geweld vindt zijn tegenhanger in verstilde, beschouwende en soms zelfs poëtische scènes. Street kent ondanks, of juist dankzij, alle ellende veel humor. Immers: geen beter vermaak dan leedvermaak. Maar de ondertoon is serieus. Street gaat over zinloosheid en houdt de toeschouwer een spiegel voor: wat gebeurt er als hij straks aan zinloosheid ten prooi valt? En vooral: valt er aan dergelijk nihilisme überhaupt nog te ontsnappen? De bewoners van De Straat doen hun best. Zo is 'de professor', die aan het eind van De Straat woont, bezig er een antropologische studie van te maken. Op die manier probeert hij onsterfelijk te worden om zo zijn hachelijk bestaan nog enige betekenis te geven. Of hij er in slaagt blijft de vraag, hij heeft wel erg veel intresse voor de fles. Een paar huizen verderop woont een jong stel dat een nog grotere existentiële worsteling doormaakt. Omdat zij de wereld 'één grote plee' vinden, zijn ze in hongerstaking gegaan en proberen middels ascese de diepere zin des levens te ontdekken...
Street gaat over zin en vooral over onzin van het bestaan, en heeft - hoe kan het ook anders - een open einde. De toeschouwer mag de voorstelling afmaken en moet zelf maar beslissen of er een uitweg is uit De Straat, uit de zinloosheid van het bestaan.
Street is te zien op 1, 2 en 3 december in de Vrijhof (Amfitheater), aanvang: 20:30u, prijs: f7,50/f4,= (CJP, E-pas en Campuskrt.)