Met het akkoord, dat vorige week werd bereikt tijdens een bijeenkomst in Utrecht, komt de 3TU-federatie een stap dichterbij. De afzonderlijke colleges van bestuur moeten zich formeel nog wel over de definitieve versie van de gemeenschappelijke regeling uitspreken, evenals de betrokken medezeggenschapsorganen. Maar dat zal niet van invloed zijn op het bereikte akkoord, zo is de verwachting.
In de gemeenschappelijke regeling staat onder meer wat er moet gebeuren als de drie collegevoorzitters, die in 3TU-verband de hoogste bestuurslaag vormen, het niet met elkaar eens zijn. Die zogenaamde geschillenregeling was de afgelopen maanden onderwerp van discussie.
Zo kwam een eerdere versie van de tekst erop neer dat een collegevoorzitter die het niet eens kon worden met de andere twee, kon worden gedwongen zijn functie neer te leggen. Dat vonden de medezeggenschapsorganen te ver gaan. `Dat leek ons niet zo'n verstandige manier om met geschillen om te gaan', vertelt Geerten Schrama, voorzitter van de Twentse universiteitsraad. In de tekst waarover vorige week overeenstemming is bereikt, is de passage over gedwongen opstappen geschrapt. `Als ze er nu niet uitkomen, wordt er gewoon niets besloten', aldus Schrama.
Tijdens de bijeenkomst in Utrecht spraken de medezeggenschapsorganen er hun zorg over uit dat het enthousiasme voor het 3TU-proces op de afzonderlijke instellingen dreigt af te nemen. `Je merkt de laatste tijd dat het momentum minder wordt', waarschuwt Schrama. Volgens de medezeggenschapsorganen moeten de colleges van bestuur de komende tijd beter hun best doen om de voordelen van de 3TU-samenwerking aan hun achterban over te brengen. `We hebben gezegd dat ze aan hun achterban duidelijk moeten maken dat zij nog steeds achter de plannen voor de 3TU-federatie staan. Dat gaan ze nu doen', aldus Schrama.
STAND VAN ZAKEN, zie verder in het UT-Nieuws
