In hun vrije tijd doet 79 procent van de studenten aan sport, een percentage dat bij UT-medewerkers nagenoeg even hoog is (zie elders in deze krant). Wel steken studenten per week iets meer tijd in het sporten: gemiddeld vier uren, tegen 3,3 bij de medewerkers. De minste studenten die in hun vrije tijd aan sport doen zijn te vinden bij de faculteit TNW: 67 procent. Bij de andere faculteiten ligt het percentage beduidend hoger: 76 bij EWI en rond de 85 bij BBT, CTW en GW. Net als bij de medewerkers sporten de vrouwen ook onder de studenten meer dan de mannen: 83 tegen 77 procent.
Het alcoholgebruik van de UT-student ligt ruim onder het landelijke studentengemiddelde. Per week slaan UT'ers gemiddeld 11,5 glazen alcohol achterover, terwijl dat landelijk 16 glazen is. Zelfs de stevigste UT-drinkers, de CTW-studenten, halen het landelijke gemiddelde niet: zij blijven steken op een moyenne van 15,4 glazen per week. Gedragswetenschappers zijn het meest bescheiden in hun alcoholconsumptie: zij laten het bij 8,4 glazen per week.
Negen procent van de UT-studenten drinkt nooit alcohol. Vijf procent weet niet hoeveel ze drinken.