De Vrije Universiteit stelde de promotie van Karima Kourtit dit voorjaar op de valreep uit vanwege een anonieme beschuldiging van plagiaat. Enkele kranten doken op de zaak en haalden onder meer naar boven dat ze al jarenlang ten onrechte de doctorstitel zou voeren.
Maar meer dan geruchten waren het eigenlijk niet, zoals universiteitskrant AdValvas schreef. Volgens de faculteit was er bovendien niets ernstigs met het proefschrift aan de hand. De promotie was alleen uitgesteld “om alle gedoe voor te zijn”. Vroeger zou een velletje met errata hebben volstaan, stelde de toenmalige decaan.
Nu heeft een integriteitscommissie de zaak onderzocht en vastgesteld dat er wel degelijk sprake is van plagiaat. De promovenda zou onder meer onzorgvuldig hebben geciteerd uit een workshop waarin deelnemers ideeën opperden.
Verder zou ze zich schuldig hebben gemaakt aan plagiaat door een keten van zelfcitaties die als volgt werkt: twee auteurs A en B schrijven samen een artikel, auteur B neemt daarvan een deel over in een later artikel met auteur C en auteur C citeert dat tweede artikel niet zorgvuldig in haar proefschrift. Zo raakt de bijdrage van auteur A buiten beeld.
Maar onoverkomelijk is dit alles niet. Deze werkwijze is wellicht het gevolg van “onvoldoende kennis van de geldende regels”, aldus de commissie. Zij heeft geadviseerd de promovendus het proefschrift te laten bewerken, zodat de fouten worden hersteld.
Kourtit publiceerde enkele artikelen samen met haar promotor, de voormalige NWO-voorzitter Peter Nijkamp. Hij kan niet langer haar promotor zijn, vindt de commissie. Voor een nieuwe, onafhankelijke beoordeling zou iemand anders zijn taak moeten overnemen.
De Volkskrant beschuldigt de universiteit ervan het plagiaat maandenlang onder de pet te hebben gehouden. Op dit moment overlegt het college van bestuur over een reactie. Later vandaag volgt waarschijnlijk een verklaring.