Kies exact, zegt de overheid al jaren. De Nederlandse economie heeft immers een schreeuwende behoefte aan bèta’s en technici. Waarom willen sommige technische opleidingen de toeloop van studenten dan indammen, vragen fracties in een schriftelijk overleg met minister Bussemaker.
Het kabinet wil jongeren aanmoedigen voor technische richtingen te kiezen, terwijl er kennelijk te weinig plaats voor hen is, constateert de VVD. Dan is het volgens de liberalen ‘dweilen met de kraan open’.
Minister Bussemaker van Onderwijs heeft begrip voor de numerus fixus aan technische opleidingen, schreef ze in een brief aan de Tweede Kamer. ‘Het toelaten van te veel studenten kan nadelige gevolgen hebben voor de kwaliteit van de opleiding. Ik heb begrip voor de overwegingen van de instellingen om dan een numerus fixus in te stellen.’ Er moeten immers wel genoeg docenten, collegezalen en laboratoria zijn, verklaarde ze.
Maar daar neemt de Tweede Kamer geen genoegen mee. De fracties begrijpen dat een opleiding soms de poort moet sluiten om de kwaliteit te garanderen, maar voor hoe lang? Blijft er op de middellange termijn ook een capaciteitstekort aan deze opleidingen, wil bijvoorbeeld Bussemakers eigen PvdA weten.
D66 vindt het tekort aan collegezalen sowieso geen goed argument. ‘Een numerus fixus kan om twee redenen ingesteld worden. Allereerst omdat er een beperkt aantal stage- en opleidingsplaatsen beschikbaar is. Ten tweede omdat er een overschot dreigt in een bepaalde sector van de arbeidsmarkt. Van beide is in het technische domein duidelijk geen sprake.’
Als de opleidingen maar voldoende budget hebben, hoeft de kwaliteit niet in het gedrang te komen, aldus D66. De regeringspartijen formuleren het iets voorzichtiger, maar de VVD wil wel weten ‘wat de minister gaat doen om voor de groeiende studentaantallen voldoende plek te waarborgen’.
De PvdA wil weten hoeveel studenten door een studentenstop voor technische studies ‘nu niet de opleiding van hun eerste keuze hebben kunnen volgen’. Hoe kan de minister ‘bijdragen aan het vergroten van de capaciteit van technische studies’, vraagt de partij, ‘zodat in de toekomst iedere jongere die bewust een keuze maakt voor een technische opleiding ook daadwerkelijk kan starten met dit type opleiding.’