Vanwege de hoge besmettelijkheid van het ebola-virus kunnen of durven veel artsen en verpleegkundigen niet te dicht in de buurt te komen van besmette patiënten. Robotica kan uitkomst bieden door artsen op afstand een zogenaamde telepresentatierobot te laten besturen die bijvoorbeeld in een ziekenhuis meedraait.
‘Het is nog geen volledig uitgewerkt concept’, zegt Evers voorzichtig. ‘Maar ik heb hart voor deze zaak en ik wil de ebola-robot graag verder ontwikkelen. We zijn nog echt bij stap één in de ontwikkeling.’
Bed verschonen
Evers benadrukt dat er al bestaande technologieën zijn waardoor mensen op afstand kunnen communiceren, een zogenaamd ‘Skype op een stokje’. Ze wil de robot echter verder ontwikkelen dan dat, vooral op het gebied van de menselijke interactie. ‘Ik wil dat de robot meer kan doen dan alleen maar een beeldscherm aanwezig hebben. Denk aan het halen van water, het verschonen van een bed of het meten van temperatuur bij patiënten.’
Het project staat in de kinderschoenen. Om de robot verder te ontwikkelen, heeft de hoogleraar geld nodig. Ze is op zoek naar partners die het project willen financieren.
De urgentie is hoog, want het virus blijft zich vooral in West-Afrika snel verspreiden. De ‘ebola-robot’ kan een oplossing zijn om de dreiging van het virus in te perken, maar tijd en geld zijn hierin cruciaal. Normaliter kan het enkele jaren duren voordat financiering voor een project volledig rond is, maar daar lijkt in de strijd tegen ebola geen tijd voor te zijn, weet Evers.
De hoogleraar benadrukt dat ondanks die hoge nood de robot niet binnen twee maanden op de markt is. ‘Dat is een lang traject met veel stakeholders en vraagt bijvoorbeeld ook verandering in de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Er zijn andere barrières dan alleen maar geld.’