Hoe was je dienstverband bij de UT?
‘Ik kwam hier binnen als meisje van twintig jaar, nadat de bibliotheek van het BB-gebouw (nu de Spiegel) verhuisd was naar de Vrijhof. Ik houd me nu al jaren bezig met interbibliothecair leenverkeer. Als een medewerker of student op zoek is naar literatuur die we zelf niet in huis hebben, zorg ik ervoor dat we de literatuur toch kunnen verkrijgen. De laatste jaren behandel ik alleen de echt moeilijke gevallen en literatuur die uit het buitenland moet komen.’
‘Het is soms echt puzzelen, maar dat vind ik prachtig. Ik probeer altijd klantvriendelijk en dienstbaar te zijn. Als ik echt niet kan vinden, verwijs ik door. Maar ik verkoop bijna nooit ‘nee’. Onlangs zei een medewerker dat hij door mijn inzet verder kon met zijn onderzoek. Dat is dankbaar werk!’
Met wat voor gevoel kijk je terug op je tijd bij de UT?
‘Mijn tijd bij de UT is voor mij altijd fantastisch geweest. Ik laat mijn werk met een goed gevoel achter bij mijn collega’s, maar het is lastig om mijn ervaring over te brengen.’
‘Toen er veel boeken gesaneerd werden om plaats te maken voor studieruimtes ging mij dat echt aan het hart. Maar je moet verder als organisatie, of je dat zelf wilt of niet. We krijgen tegenwoordig vragen of we nog wel boeken uitlenen, maar dat doen we nog steeds. Mensen hebben toch nog steeds behoefte aan papier in hun handen.’
Wat is het meest bijzondere dat je al die jaren hebt meegemaakt?
‘Ik zal één ding nooit vergeten. We hebben de volledige Boot-collectie in de UB. Jarenlang heeft meneer Boot veel bijzondere boeken verzameld en geschonken aan de UT. Hij woonde in Tasmanië, maar kwam eens in de twee à drie jaar naar Nederland om familie te bezoeken.’
‘Op een gegeven moment bezocht hij de UB en kwam hij naar mij toe met het verzoek om een kopie te maken, uit één van zijn eigen werken. Niet wetende wie hij was zei ik dat het een dubbeltje per bladzijde kostte om een kopie te maken. Vervolgens riep hij: ‘Weet u wel wie ik ben?!’ Daar plaagden mijn collega’s me later nog wel een tijdje mee.’
Wat ga je nu doen?
‘Gewoon lekker genieten. Ik wil meer sporten, vooral tennissen. Natuurlijk, het zal wel een dooddoener zijn voor een bibliotheekmedewerker, maar ik wil ook tijd nemen om meer te lezen. Ik heb nog geen plannen voor verre reizen, maar dat wil ik nu ook niet. Ik zie wel wat er op me af komt. Ik zal de UT en de universiteitsbibliotheek altijd een warm hart blijven toedragen.’