De groep van Jan-Willem te Voortwis (20), Jason van Eunen (19), Bouke Regnerus (21) en Raoul Fasel (21) is al door naar de finaleronde. Het team met Freek Teunen (20) en Rick van Gemert (19) kan komende woensdag een nominatie voor de finale in de wacht slepen.
Wat zijn de Spinawards precies?
Jan-Willem: ‘De Spinawards is een landelijke wedstrijd. Het is begonnen als een wedstrijd voor bedrijven die producten in verschillende categorieën introduceren.’
Freek: ‘De Young Talent-competitie, waar wij aan meedoen, is een pitchwedstrijd waarin studenten van universiteiten, hogescholen en middelbare scholen concepten voor nieuwe innovaties kunnen introduceren.’
Welke ideeën hebben jullie ingezonden?
Jason: ‘We hebben een nieuw concept voor een sociaal platform bedacht, dat we ‘Headway’ hebben genoemd. Het is een app waarin belevenissen van mensen op een gestructureerde manier worden weergegeven.
Een vakantie wordt bijvoorbeeld als een aparte belevenis gezien. Alle foto’s en momenten die tijdens de vakantie zijn gemaakt, worden ondergebracht in de belevenis zodat alles makkelijk terug te vinden is. Je hebt dan een beter overzicht over je eigen digitale leven. Met dit idee hebben we al een finaleplek bemachtigd.’
Freek: ‘Wij hebben een digitale marketingcampagne bedacht die gericht is op het geven van awards aan prestaties van anderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld al in games door het uitreiken van achievements, maar ook in scouting bij het toekennen van badges.
Het idee is dat je een vriend of collega nomineert voor een award via een opgezette website. Deze persoon krijgt dan erkenning en waardering voor zijn werk.
Als je iemand een award toekent, krijg je zelf ook een aantal benefits. Zo wordt het erkennen van prestaties van anderen gestimuleerd.’
Jullie doen allemaal creative technology. Kennen jullie elkaar en zorgt dat voor veel onderlinge competitie?
Bouke: ‘Ja, wij kennen elkaar erg goed. We maken zelfs allemaal deel uit van dezelfde vriendengroep. We hebben de groep opgesplitst en doen dus apart mee aan de wedstrijd.’
Raoul: ‘We willen natuurlijk allemaal graag deze wedstrijd winnen. In die zin is er wel competitie, maar we gunnen elkaar ook alles.
Tijdens het conceptualiseren van de ideeën was het juist erg nuttig dat we vrienden zijn. We maakten veel grappen over elkaars werk en dat motiveerde om het idee te verbeteren. We hebben dus veel aan elkaar gehad.’