Bedrijfsleven en hoger onderwijs hebben baat bij meer samenwerking, is de gedachte achter de ‘industrial doctorates’ van VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg. Stel, Shell wil onderzoek doen naar nieuwe manieren om olie uit de grond te halen. Een werknemer van Shell kan dan op dat onderwerp promoveren onder begeleiding van een hoogleraar. Het bedrijfsleven betaalt dan mee aan de promotie.
Akkoord
“Mijn hoop is dat het bedrijfsleven en het ministerie snel een akkoord sluiten om een flink aantal industrial doctorates mogelijk te maken”, licht Duisenberg toe. “Er liggen nog zo veel relevante onderwerpen. In het laatste bedrijf waar ik gewerkt heb bijvoorbeeld, kan ik zo tien dingen noemen waar onderzoek naar gedaan zou kunnen worden. Het zou mooi zijn als dat op grote schaal mogelijk wordt gemaakt.”
Niet alleen wetenschap en bedrijfsleven profiteren, Duisenberg verwacht dat ook promovendi baat hebben bij het akkoord. “Bedrijven maken dankzij de industrial doctorates kennis met de analyse en denkkracht van promovendi. Dat zal ook het arbeidsmarktperspectief verbeteren van andere gepromoveerden, die voltijds aan de universiteit werkten.”
Intensiever
Het grote verschil met de al bestaande buitenpromovendi, die ook niet in dienst zijn bij een universiteit, is volgens Duisenberg dat de samenwerking tussen het bedrijf van de promovendus en de universiteit veel intensiever zal zijn.
Het bedrijfsleven heeft al enthousiast gereageerd op het plan van Duisenberg, en hij hoort naar eigen zeggen ook positieve geluiden uit de wetenschap. “Ik mag dus hopen dat het akkoord voor de zomer bijna klaar is. In de motie staat al een financiële dekking voor het plan, dus nu is het volgens mij een kwestie van koppen bij elkaar en uitwerken.”
Promotieakkoord
Bedrijfsleven en bewindslieden zouden al om tafel gaan: het kabinet kondigde zelf een promotieakkoord aan in de wetenschapsvisie die dit najaar naar de Tweede Kamer werd gestuurd.