Alle faculteiten hebben inmiddels minimaal twee masters geselecteerd waarvoor komend jaar extra inspanningen worden gedaan om de internationale instroom te verhogen. Welke opleidingen dit zijn vindt de rector te vroeg om al aan te kondigen. Op dit moment bereiden de decanen hun voorstellen voor.
Niches
De UT zet in op twee typen masters: ze zijn ofwel een niche (zoals nanotechnologie), of ze vallen onder een van de bredere thema’s van de UT (bijvoorbeeld health and technology). Brinksma: ‘Sommige studenten gaan voor iets heel specifieks. Zij willen iets van een coryfee op hun vakgebied leren, bij ons bijvoorbeeld Detlef Lohse of Bram Nauta. Op zulke niches moeten we inzetten.’
‘Daarnaast gaan we bewust sturen op de thema’s waar we sterk in zijn’, vervolgt de rector. ‘Denk aan maintenance en health and technology. Die thema’s zijn veel breder dan een niche: meerdere vakgroepen en opleidingen vallen eronder.’
Vakken bijspijkeren
Faculteiten moeten hiervoor niet alleen extra marketinginspanningen doen. De UT wordt ook aantrekkelijker als inschrijfverzoeken sneller worden afgehandeld, aldus Brinksma. Internationale studenten moeten sneller dan nu uitsluitsel krijgen of hun vooropleiding voldoet, vindt hij.
Ook moeten sommige masterprogramma’s anders ingericht worden met het oog op een diverse instroom. Brinksma: ‘Nu zijn de masters nog gericht op de voorkennis van onze eigen bachelors.’ De vooropleiding van buitenlandse studenten sluit niet altijd naadloos aan. Daarom moeten ze vakken kunnen bijspijkeren, terwijl ze andere vakken juist overslaan.
Dalend volume bachelors
Extra profilering van de masters is nodig om de terugloop van het aantal bachelorstudenten te compenseren. In de internationaliseringsvisie noemde het college begin dit jaar al een getal van 640 extra internationale masterstudenten.
‘Dankzij TOM gaan studenten sneller door hun bachelor. Hierdoor neemt het volume bachelorstudenten af. Ook zien we demografische krimp. De voorraad scholieren in de regio neemt af. Nu nog langzaam, maar in de toekomst sneller. En door de harde knip maken meer studenten na hun bachelor opnieuw een keus voor een universiteit’, aldus Brinksma.
Netto-exporteur
Het migratiesaldo van de UT is nipt positief: zo’n 300 UT-bachelors kiezen een andere universiteit voor hun master en daar komen er enkele tientallen meer voor terug. Brinksma: ‘Maar niet genoeg om de daling van het aantal bachelors op den duur op te vangen.’
Bovendien is de UT binnen Nederland een ‘netto-exporteur’. De instroom komt niet van andere universiteiten, maar van het hbo en uit het buitenland. ‘Op die markt moeten we ons richten. We moeten aantrekkelijk worden voor de internationaal mobiele student.’
Andere masters volgen voorbeeld
Brinksma verwacht dat er in september een definitieve lijst ligt met masters die komend jaar extra internationale aandacht krijgen van de faculteiten. Als de inspanningen voor die opleidingen goed uitpakken, zullen andere studies hun aanpak volgen.
Op dit moment heeft de UT 33 masters, met daarbinnen weer verschillende tracks. De lijst met te profileren opleidingen is volgens Brinksma niet opgesteld om andere masters samen te voegen of zelfs op te schaffen. ‘Al kan ik me voorstellen dat als aan het eind van dit proces er opleidingen blijken te zijn die weinig toevoegen en lage aantallen studenten trekken, we moeten indikken.’