1.Kunnen bruine schoenen onder een pak (voor mannen)?
a. nee je hoort altijd zwarte schoenen onder een pak te dragen.
b. ja dat kan. Vroeger kon dat niet maar de tijden zijn veranderd.
2. Je wordt opgehaald bij de receptie van een bedrijf. Wie gaat er voor?
a. De oudste, ongeacht wie het is.
b. De hogere in functie, ongeacht leeftijd of sekse.
c. Mannen laten vrouwen altijd voorgaan.
d. De ontvangende partij gaat voor want die weet immers de weg.
3. Hoeveel te laat kan iemand zijn voor een belangrijke, eerste zakelijke afspraak zonder te bellen?
a. Niet, je belt altijd, ook al kom je een minuut te laat
b. Tien minuten
c. Een half uur
4. Een recruiter tutoyeert je en noemt je bij je voornaam. Hoe hoort het?
a. Je blijft zelf u zeggen totdat hij je vraagt te tutoyeren.
b. Je vat dit op als een uitnodiging om hem ook te tutoyeren.
c. Je vermijdt het kiezen voor je of u zoveel mogelijk.
5. Je bent op een seminar. Mag je bij een ander kijken op zijn badge naar naam en bedrijf?
a. Ja, natuurlijk, daar is de badge voor bedoeld.
b. Nee, dat is onbeleefd.
6. Je staat met een recruiter te praten op een seminar. Er komt een derde, voor jou bekende, voor hem onbekende persoon, bijstaan. Hoe hoort het?
a. Hij stelt zich voor aan de onbekende persoon en geeft een hand.
b. Jij stelt de recruiter aan de derde persoon voor.
c. Er worden geen handen geschud en het gesprek zet zich voort met de derde persoon erbij.
d. Je verlaat het gesprek, 3 is teveel.
7. Op een beurs ben je in gesprek. Op een gegeven moment vind je, in tegenstelling tot de maar doorvertellende man, dat het gesprek lang genoeg heeft geduurd. Wat doe je?
a. Je gaat een drankje halen met de bedoeling om niet meer terug te keren.
b. Je beëindigt het gesprek met een verontschuldiging en zegt dat je graag nog wat andere mensen wilt spreken.
c. Je blijft luisteren en laat op subtiele wijze door middel van lichaamstaal blijken dat je ietwat verveeld raakt.
d. Je zendt signalen uit naar medestudenten in de hoop dat die je komen redden.
Antwoorden:
1b, 2d, 3a, 4a, 5a, 6b, 7b
Uitleg bij vraag 1: van oudsher hoor je zwarte gladde, leren schoenen onder een pak te dragen. Deze dress code heet tenue de ville. Tegenwoordig zie je op veel kantoren ook bruine schoenen zelfs tot aan de Raad van Bestuur. Het ligt wel aan waar je werkt, want de conservatieve werkomgevingen waar bruine schoenen not done zijn, bestaan nog steeds. Verdiep je dus even in de dress code van het bedrijf waar je heen gaat of vraag het aan personeelszaken.
Uitleg bij vraag 2: hier is de etiquette heel praktisch. Om de gast zich op zijn gemak te laten voelen, neem je de leiding en wijs je hem de weg.
Uitleg bij vraag 3: Natuurlijk ligt het aan de situatie en aan de band die je hebt met de persoon waar je de afspraak mee hebt. Als het een eerste afspraak is of een sollicitatie, neem je de dubbele reistijd om op tijd te komen. Mocht je dan toch nog te laat komen, dan bel je even en zeg je erbij hoeveel te laat je komt.
Uitleg bij vraag 4: Als je zelf u blijft zeggen totdat hij je vraagt te tutoyeren, zit je altijd goed.
Uitleg bij vraag 5: die badges zijn speciaal gemaakt om het netwerken makkelijker te maken.
Uitleg bij vraag 6: het is heel belangrijk dat je ze aan elkaar voorstelt, dan weten ze met wie ze in gesprek komen. Vertel dus ook altijd behalve de naam de functie van beide personen erbij.
Uitleg bij vraag 7: op een netwerk-event is het heel normaal dat je meerdere mensen wil spreken. Wees dus gewoon eerlijk, doch subtiel.
