Die 30 procent is toch wel een erg groot verschil, vertelt UT-onderzoeker Tom Thomas. ‘Traditioneel vullen mensen bij dergelijk onderzoek rittenboekjes in. Soms dezelfde dag nog, maar het kan ook voorkomen dat dat enkele dagen later gebeurt.’
Waar het verschil in schuilt, komt volgens Thomas vooral door verplaatsingen die niet woninggebonden zijn (zoals woon-werkverkeer), maar ritjes tussendoor als een tripje naar de supermarkt. ‘Dat vergeten mensen vaak te registreren.’
Tracking device
Voor dit onderzoek – ‘The Dutch Mobile Mobility Panel’ – zijn zeshonderd mensen voor een paar weken lang uitgerust met hun eigen of een uitgeleende smartphone, met daarop de zogeheten ‘MoveSmarter’-app.
‘Het is eigenlijk niets anders dan een tracking device’, vertelt Thomas. ‘De app gebruikt de GPS- en snelheidsmeterfuncties van de telefoon. Aan de hand daarvan worden ritten gereconstrueerd.’
Data koppelen?
Zo is één beweging bijvoorbeeld naar je werk gaan, al kan zo’n beweging bijvoorbeeld drie ritten bevatten, legt Thomas uit. ‘Je gaat bijvoorbeeld met je auto of fiets naar het station, pakt daar de trein en gaat vervolgens met een OV-fiets naar je werk. De app registreert dat als drie ritten.’
Over het algemeen is Thomas tevreden met de resultaten. ‘De vervoerswijze wordt in 80 tot 90 procent van de gevallen goed geregistreerd, wat alleszins acceptabel is. Daarnaast kunnen mensen ritten zelf nog toevoegen of verwijderen, mocht dat nodig zijn. Welke activiteit de app registreert valt echter nog wel veel in te winnen – misschien door een koppeling met andere data.’
Slim rijgedrag stimuleren
Dit onderzoek kan vooral voordelen opleveren voor beleidsmakers, denkt Thomas. ‘Juist doordat je over een langere periode vervoersgedrag registreert, krijg je goed inzicht in dit gedrag. De data kun je gebruiken voor beleidsmaatregelen waarbij je inspeelt op hoe mensen zich door de tijd gedragen. De verbetering in ritregistratie is vooral handig om verkeersmodellen te verbeteren – Dit is belangrijk voor een betere planning in de aanleg van bijvoorbeeld nieuwe wegen.’
Ook denkt Thomas dat de data mogelijkheden biedt om door middel van positieve prikkels, zoals belonen of gamification, slim reisgedrag te stimuleren. Zoiets probeert de SMART Mobility app in Twente te doen. ‘Zo’n app spoort aan om bijvoorbeeld vaker de fiets of het openbaar vervoer te pakken.
Thomas vervolgt: ‘Het is dan wel belangrijk om te weten wat het gedrag is van iemand. Iemand die altijd de auto pakt kun je moeilijker motiveren dan iemand die dat af en toe doet. Door inzicht te hebben in iemands gedrag kun je mensen prikkels geven toegespitst op hun eigen vervoersgedrag.’