Ebben begon zijn verhaal over Het Dorp, een woongemeenschap in Arnhem, speciaal ingericht voor mensen met een beperking. Het doel van Siza, een van de beheerders van Het Dorp, is volgens Ebben om ‘technologie naar het hart van de zorg te krijgen.’
Andere aanpak
‘Maar’, stelde Ebben. ‘We hebben wel tijd nodig om het daar te krijgen.’ De uitdaging zit volgens Ebben niet in de techniek, maar in de samenwerking tussen gebruiker, techneut, zorgverlener en robot.
‘Promotieonderzoek is veel gericht op het ontwikkelen van technologie’, vertelde Ebben. ‘Ik stel voor om voor een andere aanpak te kiezen: richt je onderzoek meer op wat de gebruiker ook echt nodig heeft in de dagelijkse praktijk.’
Gezond ecosysteem
Ebben pleitte daarom bij het roboticacongres in het DesignLab voor een ‘gesprek’ tussen gebruiker, zorgverlener en technologie. ‘Samen kunnen zij een gezond ecosysteem vormen. In Het Dorp willen we die partijen bij elkaar brengen in een laboratorium. Dan creëren we practice based evidence.’
Meer robotica in de zorg zal volgens Ebben niet zozeer gaan leiden tot verlies van banen voor mensen. ‘Wat ik wel verwacht is een verschuiving van de werkzaamheden. Voor de zorgverleners die wegvallen, komen techneuten in de plaats.’
Scriptieprijs
Na Ebbens lezing was het de beurt aan drie studenten om hun scripties over robotica in 3 minuten te pitchen aan het aanwezige publiek. UT-studenten Louisa Schindler en Tom Lankhorst en Saxionstudent Stijn Lohuis deden daarmee een gooi naar de eerste KIVI-LEO scriptieprijs en een cheque ter waarde van 1000 euro.
Na hun pitches over robot-kind relaties, haptische interfaces en een zogeheten ‘agile eye’, werd de winnaar bepaald aan de hand van publieksstemmen en een vijfkoppige jury, onder andere bestaande uit UT-roboticahoogleraar Stefano Stramigioli. Hij riep Tom Lankhorst (masterstudent Systems and Control, die de scriptie schreef voor de bachelor biomedische technologie) uiteindelijk uit tot winnaar van de scriptieprijs.