Jaarlijks krijgen drie of vier Nederlandse wetenschappers de prijs van onderzoeksfinancier NWO. De winnaars ontvangen elk 2,5 miljoen euro om aan hun onderzoek te besteden.
Lichaamscellen en afweersysteem
Wilhelm Huck (1970) is hoogleraar fysische en organische chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en doet onderzoek naar lichaamscellen. Het liefst zou hij zelf, van de grond af aan, een cel bouwen. Dat is nog niemand gelukt. Volgens NWO is het één van de heilige gralen van zijn vakgebied.
Zijn Radboud-collega Mihai Netea (1968) is hoogleraar interne geneeskunde en bestudeert hoe ons afweersysteem vijandelijke schimmels en bacteriën herkent, bijvoorbeeld bij een bloedvergiftiging. Hij wil ook weten hoe het aangeboren immuunsysteem ‘getraind’ raakt door ziektes en andere invloeden. Leuke bijkomstigheid: Netea schrijft ook sciencefictionverhalen.
Het denken en geheugenchips
Lodi Nauta (1966) is hoogleraar geschiedenis van de filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij kijkt naar parallellen tussen het denken over taal in de middeleeuwen, de renaissance en de twintigste eeuw. Daarnaast houdt hij zich bezig met de plek van het humanisme in de Westerse filosofie.
De laatste gelukkige is Bart van Wees (1961), hoogleraar technische natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkt onder meer aan geheugenchips op basis van magneetvelden (‘spin’) van elektronen. Die chips kunnen in principe twee keer zoveel informatie opslaan als gewone computerchips.
De Radboud Universiteit heeft sinds 1995 evenveel Spinozapremies in de wacht gesleept als de Universiteit van Amsterdam: ze delen de derde plek. Utrecht staat nog altijd tweede en Leiden blijft de absolute koploper.