Ongeveer één op de drie wo-studenten en ruim de helft van alle hbo’ers woont nog bij zijn ouders. Maar waarom eigenlijk? Afgelopen jaar is die vraag voor het eerst gesteld in de landelijke Studentenmonitor van het ministerie van Onderwijs.
Thuiswonende studenten
'Omdat ik het leuk vind', zegt één op de vijf thuiswonende studenten. Dat geldt voor hbo’ers én academici, allochtonen én autochtonen, jongens én meisjes, arm én rijk, eerstejaars én ouderejaars. Maar per studierichting verschilt het wel. Technici zeggen minder vaak dat ze het thuis leuk vinden (zestien procent) dan studenten van ‘groene’ opleidingen (27 procent).
Woonsituatie
De overige thuiswoners zitten vast niet allemaal te mokken naast papa en mama op de bank: tachtig procent van alle studenten is tevreden over zijn woonsituatie. Maar er zijn natuurlijk ook andere redenen om niet op kamers te gaan. Mijn ouders wonen dicht bij de hogeschool of universiteit, zegt één op de drie, en waarom zou je dan verhuizen? Nog eens veertig procent vindt een eigen woonruimte te duur.
En soms zijn er ‘persoonlijke omstandigheden’. Dat kan van alles zijn, van liefdesverdriet tot medische aandoeningen. Zes procent van de thuiswonende studenten noemt zulke omstandigheden als hoofdreden om in het ouderlijk huis te wonen.