Van der Steenhoven is in december vorig jaar benoemd als deeltijdhoogleraar Meteorological and Climatological Disaster Risk Reduction. Zijn oratie in oktober gaat over klimaatverandering en de raakvlakken tussen wetenschap en de samenleving.
Gefeliciteerd met de aanstelling. Had het veel voeten in de aarde?
‘Nee, maar het heeft wel even tijd gekost. Al bij mijn vertrek als decaan van TNW heb ik met ITC-decaan Tom Veldkamp gesproken over een nauwere samenwerking tussen de UT en het KNMI. Het is natuurlijk ook een heel logische samenwerking: we werken aan vergelijkbare zaken als het gaat om klimaatverandering, satellietobservatie en rampenpreventie.’
Wat zijn de overeenkomsten tussen de UT en het KNMI?
'Het KNMI heeft een schat aan informatie en data, ITC heeft een wereldwijde reputatie. Mijn betrekking als deeltijdhoogleraar zie ik als een aanjaag- en een brugfunctie: het verbinden van het ITC-onderzoek dat op de eerste plaats gericht is op landen buiten Europa, en het Nederlandse onderzoek van het KNMI.’
Hoe gaat uw functie als deeltijdhoogleraar eruit zien?
‘Als hoofddirecteur bij het KNMI heb ik een meer dan voltijdbaan. Maar ik ben zeker van plan regelmatig naar de campus te komen. Onlangs is een promovendus begonnen die ik deels zal begeleiden. Verder zal ik een aantal colleges geven, vergaderingen bijwonen en af en toe een workshop organiseren.’
Met een afstandje bezien: is de UT veranderd?
‘Bij mijn afscheid heb ik me voorgenomen om me niet meer bezig te houden met de bestuurlijke ontwikkelingen. Dat vind ik niet zuiver. Wel kun je constateren dat ITC een heel andere faculteit is dan TNW; de studentenpopulatie en opleiding van het ITC is meer internationaal. Daarnaast kun je zien dat TOM goed van de grond is gekomen en dat het zijn vruchten afwerpt. Destijds was ik bij TNW nauw betrokken bij de invoering. Rector Ed Brinksma verdient hiervoor wat mij betreft een groot compliment.’