De Global Gender Gap Index 2016 geeft jaarlijks inzicht in de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in 144 landen. Daarbij wordt gekeken naar economische participatie, toegang tot onderwijs, politieke invloed en gezondheidszorg.
Onder Rwanda en Slovenië
Nederland staat nu op de 16e plek, drie plaatsen lager dan vorig jaar, onder landen als Rwanda (5) en Slovenië (8). Alleen in 2010 wist ons land ook niet de top vijftien te bereiken. Op allerlei punten scoren vrouwen slechter dan mannen: vrouwen verdienen minder en hebben veel minder vaak leidinggevende posities (26 procent vrouwen tegenover 74 procent van de mannen).
Ook zijn er in de totale populatie meer mannen dan vrouwen met een diploma uit het hoger onderwijs (31 tegenover 26 procent). Vooral bij de technische opleidingen is het verschil groot: slechts zes procent van de vrouwen studeert hierin af. Toch zit het er in dik in dat dit de komende jaren gaat verschuiven: volgens de lijst zijn er ten opzichte van vorig jaar zeven procent méér vrouwen dan mannen gaan studeren.
Technisch beroep
Eenmaal afgestudeerd kiezen vrouwen vaker voor een baan op kantoor of in de administratieve sector, waar momenteel door de automatisering veel banen verloren gaan. Minder vaak kiezen ze voor een technisch beroep, een sector die juist sterk groeit. Henk Volberda, die de gegevens over Nederland verzamelde en als hoogleraar verbonden is aan de Erasmus Universiteit, baart dit zorgen: hij is bang dat hierdoor de ongelijkheid de komende jaren juist meer zal toenemen.
Hij benadrukt andermaal de noodzaak om de economische participatie van vrouwen te verbeteren: ‘We hebben in Nederland inmiddels goed gekwalificeerde en uitstekende opgeleide vrouwen; we moeten er alles aan doen dat zij nu ook beter doorstromen naar leidinggevende managementposities en politieke functies.’