De Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek geeft een positief advies aan de minister van OCW over de realisatie van de afspraken die in 2012 zijn gemaakt. ‘Dat is een groot compliment voor de hele academische gemeenschap’, zegt Brinksma.
‘We hebben heel ambitieuze afspraken gemaakt en die zijn we praktisch allemaal nagekomen. En op de punten waar het ‘net niet’ is, daar verschillen we van mening met de commissie. We hadden bijvoorbeeld nooit de top-3 positie in de Leiden Ranking moeten kiezen; de indicatoren van deze ranking zijn veel te instabiel.’
Eenzijdig decreet
Vanuit verschillende hoeken kwam de afgelopen tijd kritiek op de prestatieafspraken en ook Ed Brinksma is niet te spreken over het traject. ‘Het begon al verkeerd, als een eenzijdig decreet van toenmalig minister Halbe Zeilstra’, zegt hij. ‘Vervolgens blijkt dat definities slecht worden opgesteld en de nulmeting niet goed wordt uitgevoerd. Daarmee is heel onduidelijk wat we nu precies hebben afgesproken, maar er rust wel een fikse sanctie op het niet halen van de doelstellingen: tot zeven procent van het budget.’
In beweging
Hij vervolgt: ‘Daarom wil ik ook waarschuwen voor de ‘schizofrene’ politici die nu spreken over prestatieafspraken die twintig procent van het budget beslaan. Eén ding weet je dan zeker: geen enkele universiteit zal dan nog ambitieuze afspraken maken.’ Dat wil niet zeggen dat Brinksma geheel tegen afspraken is. ‘De academische wereld – daar mogen we ook eerlijk in zijn – beweegt uit zichzelf niet veel. Wij zijn best bereid om afspraken te maken, maar dan wel als we kunnen meedenken. Afspraken moeten op maat zijn en niet voor het collectief van de universiteiten; daar zijn we veel te verschillend voor.’
Ambitieuze doelstellingen
Als voorbeelden van de ‘ambitieuze’ doelstellingen en uiteindelijke prestaties noemt Brinksma de ‘aanzienlijke uitbreiding’ van het aanbod excellentietrajecten in zowel de bachelor- als de masterfase. ‘Ook op het gebied van studiesucces zijn we erin geslaagd om het bacherlorrendement met bijna dertig procent te verhogen’, vervolgt hij. ‘Van de herinschrijvers na het eerste studiejaar rondt inmiddels 68 procent de opleiding binnen vier jaar af.’
‘En we wilden voldoen aan de norm om tenminste twaalf contacturen per week te bieden in het eerste jaar. Sinds 2012 voldoen we daaraan; meer dan de helft van de opleidingen zit boven de twintig uur. Dat onderwijs wordt gegeven door goede docenten: van 15 procent docenten met een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) zitten we nu met 55 procent ruim boven de doelstelling in de prestatieafspraken.’