Uit achttien ingediende voorstellen in de tweede ronde zijn er acht gehonoreerd. Het idee is dat de UT-campus als laboratorium voor deze projecten dient. Van Steen blikt terug op de eerste ronde, waarin ruimte was voor zes pilotprojecten.
Zichtbaarheid
‘De formule is in de basis vrij en vrij simpel. We geven partijen de gelegenheid dat wat ze kunnen hier in eigen huis te laten zien. De eerste rondewas vooral bedoeld om obstakels te identificeren. Een paar projecten lopen nog, bij andere projecten liepen we soms tegen onverwachte dingen aan. Bij wie moet jij bijvoorbeeld aankloppen om een project waarin gebruik wordt gemaakt van sensoren aan privacybeleid te toetsen?’
Over het algemeen is Van Steen tevreden over de eerste ronde, maar hij zegt ook de hand in eigen boezem te steken in hoeverre het initiatief leeft onder de UT-gemeenschap. ‘We hadden meer kunnen doen om dit initiatief zichtbaarder te maken en meer mensen erbij te betrekken. Tegelijkertijd hadden nu we wel in een mum van tijd achttien nieuwe voorstellen binnen.’
Platform
Er is verbetering op komst, zegt Van Steen. ‘We werken nu aan een communityportal, zodat duidelijker wordt wat er speelt en met wie mensen contact kunnen hebben.’
Waar Van Steen nu vooral blij mee is, is dat het initiatief een daadwerkelijk platform heeft gekregen. ‘We hebben nu dertien mensen, uit alle geledingen: van studenten tot ondersteunende diensten en wetenschappers. Zij zijn verantwoordelijk voor selectie en coaching. Daarnaast heeft ieder voorstel een eigen vertegenwoordiger vanuit dit platform.’
Van asfalt tot vluchtelingen
Onder de gehonoreerde projecten zit een aantal UT-onderzoeksprojecten of -initiatieven. Zo maakt het ASPARi-project (asfaltonderzoek) deel uit van de gehonoreerde voorstellen, worden vluchtelingen geschoold in ondernemerschapen wordt digitale natuur in gebouwen onderzocht.
Er zijn ook nieuwe initiatieven, zoals een festival voor democratie in Enschede, e-bikes op zonne-energie en het afstaan van verlofuren zodat iemand anders die vrijgekomen uren kan gebruiken om aan een van de Living Smart Campus-projecten aan de slag te gaan.
Geen budget
‘Een heel gevarieerd aanbod’, zegt Van Steen. ‘Maar over het algemeen niet altijd heel wetenschappelijk’, duidt hij ook op de tekst op de Living Smart Campus-website, waarop staat dat het programma bedoeld is om te werken aan oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken waar wetenschap voor nodig is.
Tegelijkertijd kan Van Steen er niet omheen dat het initiatief moet werken zonder budget vanuit het college van bestuur. ‘Wel staat het op de agenda’s van ondersteunende diensten, die een innovatiebudget hebben. En er wordt veel in kind betaald.’
Van Steen vervolgt: ‘Ik vind het een van de sterke dingen van het programma: je krijgt geen geld. Ik zou dan ook niet willen dat geld een leidende factor gaat worden om een voorstel in te dienen. Er zijn wel projecten die sponsoring kunnen gebruiken, maar waar ook derde partijen bij betrokken kunnen worden.’
‘Meer interessante projecten’
Hoewel Van Steen genoeg wetenschappelijke raakvlakken ziet bij zowel afgelopen als lopende projecten, wil hij meer. Specifiek: ‘Het mag nog veel levendiger en controversiëler. Ik zou graag meer interessante projecten willen binden aan dit initiatief.’
Een hoofd- of einddoel heeft Van Steen niet direct met Living Smart Campus, anders dan dat de campus als experimenteerruimte effectief ingezet wordt. ‘Laten we vooral blijven kijken wat komt. Na deze ronde moeten we weer goed kijken wat de volgende stap is.’
Enschede als living lab?
Een van de mogelijkheden ligt volgens van Steen in de stad Enschede als ‘living smart city’. Van Steen: ‘Daar wil de stad zeker op inzetten, maar gesprekken zijn nog in een zeer prille fase. Rondom de thematiek van smart societies liggen zeker veel mogelijkheden tot samenwerking.’ Maar nu eerst nog de focus op de eigen UT-campus. Van Steen: ‘Ik denk dat we hier spannende dingen voor elkaar kunnen krijgen.’