Hoogleraar electromagnetische compatibiliteit Leferink en medeonderzoekers Cees Keyer en Anton Melentjev presenteerden hun bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift IEEE Electromagnetic Compatibility Magazine.
Reden voor Leferink om dit onderzoek uit te voeren was de ‘urban myth’ dat elektronische energiemeters in de praktijk veel hogere waardes aangeven dan het daadwerkelijke stroomverbruik. Dit konden de onderzoekers na onderzoek naar negen elektronische meters bevestigen.
Zo bleek dat vijf van de negen meters een veel hogere waarde aangaven dan in werkelijkheid: van 475 procent tot een uiterste van 582 procent meer. Bij twee meters constateerden ze een lager stroomverbruik, respectievelijk 31 en 32 procent minder.
Schakelende apparaten
Hoe dit kan? Volgens de onderzoekers gebruiken mensen steeds meer moderne – vaak energiezuinige – schakelende ‘apparaten’, zoals ledlampen. De opgenomen energie volgt niet meer een perfecte golfbeweging, maar vertoont een grilliger patroon. Leferink denkt dat het ontwerp van de ‘slimme’ energiemeters hierin tekortschiet. ‘De meters die we onderzochten voldoen aan alle wettelijke eisen en zijn gecertificeerd. In de eisen wordt echter onvoldoende rekening gehouden met die moderne schakelende apparaten.’
Als je je energiemeter niet meer vertrouwt (de onderzoekers testten meters die tussen 2004 en 2014 zijn geproduceerd), kun je volgens Leferink en Keyer het beste contact opnemen met je energieleverancier. Die zal de klacht doorgeven aan de verantwoordelijke netbeheerder.
Op de foto: Frank Leferink.