Afgelopen week organiseerde het ISO een bijeenkomst in Utrecht over het belang van studentpsychologen. Afgelopen najaar bleek uit onderzoek van de studentenorganisatie dat de drempel om naar de studentpsycholoog te stappen hoog is en er soms lange wachttijden zijn. De psychische zorg voor de studenten schiet tekort, vindt het ISO.
Minder ruimte
In februari nam de Tweede Kamer een motie aan waarin de regering werd opgeroepen samen met onderwijsinstellingen, studentpsychologen en studentenorganisaties een actieplan op te stellen voor ‘goede en laagdrempelige psychische hulp’ op elke universiteit of hogeschool.
Marieke de Bakker, hoofd studentbegeleiding van de Universiteit Utrecht, erkent dat psychische hulp bij veel onderwijsinstellingen een kwetsbare voorziening is. Veel studentpsychologen weten niet of er volgend jaar nog wel budget is voor hun functie.
Veel hogescholen en universiteiten kiezen liever voor studentendecanen en studieadviseurs. Daardoor is er minder ruimte voor studentpsychologen, terwijl zij degenen zijn die studenten kunnen helpen die last hebben van concentratieproblemen, faalangst of ander psychisch ongemak.
Extra eisen
Over de oorzaak van de stijgende vraag naar studentpsychologen zijn de aanwezigen het eens: er wordt meer dan ooit verwacht dat studenten zo snel mogelijk hun diploma halen, en daar bovenop worden allerlei extra eisen gesteld. Op een goed cv moeten tegenwoordig ook een bestuursjaar, stages en buitenlandervaring staan. Dat zorgt voor veel stress.
De Bakker van de Universiteit Utrecht pleit voor wat zij slow studying noemt: voer het gesprek over de keuzes die studenten moeten maken. Ze kunnen best die ene bestuursfunctie of borrel laten schieten.Ook een studentpsycholoog in het publiek vindt dat de balans tussen studie en ontspanning meer aandacht verdient: ‘Studeren mag best een beetje leuk zijn.’