Achttien universiteiten mochten ieder drie kandidaten voordragen. Alleen bij de UT en de Universiteit Gent kwamen alle drie de kandidaten door de eerste schifting van de redactie van het populairwetenschappelijke tijdschrift New Scientist. Een jury en het publiek bepalen, beide voor vijftig procent, wie er wint.
Laboratorium-kraakbeen
Jeroen Leijten (1982) werkt aan een alternatief voor pijnstillers, fysiotherapie en prothesen bij gewrichtsslijtage. Hij wil het kraakbeen vervangen of genezen met gekweekt laboratorium-kraakbeen. Daarvoor onderzoekt hij de groei van kraakbeen uit stamcellen om er uiteindelijk micro-kraakbeen van te maken dat versleten gewrichten kan repareren of genezen. Met zijn fundamentele onderzoek draagt hij bij aan de ontwikkelingen van nieuwe celtherapieën voor zeer pijnlijke aandoeningen.
Nanoschaal
Mathieu Odijk (1981) ontwikkelt laboratoria ter grootte van een euromunt waarop het mogelijk is om moleculen en vloeistoffen op nanoschaal te analyseren. Zo ontwikkelde hij een minilab dat de lever nabootst en dat kan zien of medicijnen schadelijk of functioneel zijn voor het lichaam. De opgedane kennis over vloeistof- en moleculengedrag wil Odijk gebruiken voor snellere en goedkopere ontwikkeling van medicijnen.
Turbulentie
Richard Stevens (1984) bestudeert turbulente stromingen en warmtetransport. Hij ontwikkelt methoden om die stromingen te simuleren. Daarmee berekent Stevens de eigenschappen van luchtstromingen, om bijvoorbeeld de efficiëntie van windparken te analyseren. Zijn simulaties dragen bij aan het optimaliseren van industriële processen, efficiëntere windparken en vermindering van CO2-uitstoot.
Stemmen op de onderzoekers kan tot en met maandag 5 juni op de website van New Scientist. De winnaar wordt op 22 juni bekend gemaakt.