In de eerste helft van dit jaar kreeg slechts één van de 22 gekeurde hbo-opleidingen een zogenoemde ‘herstelperiode’ om tekortkomingen goed te maken. Dat is zo’n twee procent, net als in 2016. In 2013 kreeg nog elf procent een ‘gele kaart’.
Ook de universitaire studies doen het nu beter dan een paar jaar geleden. Net als in 2016 kwam twee procent in de afgelopen zes maanden niet ongeschonden door de keuring, terwijl dat in heel 2015 maar liefst elf procent was. Dat laatste zou overigens vijf procent zijn geweest als de NVAO de zestien afgekeurde lerarenopleidingen van de Vrije Universiteit bij elkaar had genomen. Maar dan nog is er sprake van een daling.
Bron: NVAO Halfjaarbericht 2017
Een hele vooruitgang, schrijft de NVAO in haar Halfjaarbericht 2017. Zeker als je daarbij betrekt dat meer opleidingen het eindoordeel ‘goed’ krijgen: bijna een derde van de hbo-opleidingen en ruim tien procent van de universitaire opleidingen.
Bij de presentatie van de cijfers maakte NVAO-voorzitter wel een kanttekening: medewerkers en bestuur van de NVAO worstelen volgens hem met de vraag of de verschillen tussen de oordelen ‘voldoende’, ‘goed’ en ‘excellent’ wel altijd navolgbaar zijn. “Is een opleiding echt ‘goed’ of is er toch een beetje sprake van inflatie van de begrippen die we hanteren?”
Dat leidt intern tot veel discussies, tot vertraging in de afhandeling van een accreditatie en soms zelfs tot bezwaarprocedures. ‘Je moet je dan ook serieus de vraag stellen of dit het wel allemaal waard is’, aldus Flierman. Bij de behandeling van het wetsvoorstel ‘Accreditatie op maat’, dit najaar in de Tweede Kamer, zal dit onderwerp van discussie zijn, verwacht hij.