Het is misschien een open deur, maar de mogelijkheden zijn eindeloos. Als de collegezalen uitpuilen en steeds meer buitenlandse studenten hierheen komen, kan digitalisering misschien helpen om iedereen het onderwijs te bieden dat bij zijn of haar talenten en voorkennis past.
'Grote impact'
‘Hoewel de voorspelde aardverschuiving nog niet heeft plaatsgevonden, is zeker dat digitalisering een grote impact heeft op het hoger onderwijs’, schrijft voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU in een pamflet dat gisteren werd gepubliceerd.
Probleem is alleen dat niemand precies weet hoe je het onderwijs dan moet digitaliseren. Daarom willen de universiteiten allerlei experimenten starten waar ze met elkaar van kunnen leren.
Tijd en geld
Ze zetten daartoe de deuren open voor educatieve technologiebedrijven (EdTech-bedrijven heten ze in het pamflet) en willen om tafel met het nieuwe kabinet om over de financiering te praten. Want experimenteren kost tijd en geld. ‘Niemand heeft immers een blauwdruk van de universiteit van de toekomst en de ontwikkelingen volgen elkaar snel op.’
Ondanks hun enthousiasme zijn de pamfletschrijvers niet blind voor de risico’s. Je moet er niet aan denken dat onderwijsinstellingen, ‘gedwongen door budgetkortingen’, digitale leermiddelen gaan gebruiken om op het onderwijs te bezuinigen: daar wordt het vast niet beter van, voorspellen ze.
Vooroplopen
Ook is er het gevaar dat de privacy van studenten in het geding komt zodra je allerlei data gaat verzamelen over hun leergedrag en studiesucces. Daar moeten de onderwijsinstellingen goed over nadenken.
Maar ze willen hoe dan ook de boot niet missen. Sterker nog, de universiteiten willen internationaal vooroplopen. Vandaar dat ze samen willen ontdekken wat wel en niet werkt. Niet alleen de onderwijswetenschappen worden erbij betrokken, maar ook bijvoorbeeld de gedragswetenschappen en de neurowetenschappen.
Vorig jaar zeiden de universiteiten overigens iets soortgelijks, maar dan over digitalisering in het wetenschappelijk onderzoek. Nederland zou daar een proeftuin voor moeten zijn, schreven ze toen.