Afgelopen woensdag publiceerde U-Today het ervaringsverhaal over seksuele intimidatie bij eerdere werkgevers van Evers. Een storm aan commentaren op social media en in (inter)nationale media volgde. Het college van bestuur schaart zich in een bericht op de medewerkers- en studentenportal achter de UT-professor. ‘We steunen het initiatief van Evers om zich openlijk uit te speken over haar ervaringen met seksuele intimidatie binnen de academische wereld.’
Moraal die niet deugt
Van der Chijs zegt in een toelichting dat intimidatie op de UT aangekaart kan worden en dat die klacht altijd opgevolgd zal worden. ‘Maar, in het stuk van Evers wordt duidelijk dat deze systematiek niet altijd goed werkt. Mensen voelen zich dus niet vrij om anderen aan te spreken op gedrag of zelf melding te doen van intimidatie. Dat terwijl de academische cultuur juist een open cultuur moet zijn.’
Die paradox, daar maakt Van der Chijs zich het meest kwaad over. ‘Het is ongelofelijk dat deze verhalen niet eerder naar boven zijn gekomen’, zegt hij. ‘Blijkbaar voelen mensen zich niet veilig genoeg om zich uit te spreken. Dat wijst op een moraal die niet deugt.’ Vindt dit dan ook plaats op de UT? ‘Je moet eerlijk zijn en erkennen dat het ook op de UT plaatsvindt. Niemand mag het gevoel hebben dat ‘ie wegkomt met intimidatie.’
Topje van de ijsberg
Aantallen van aangiftes kan de collegevoorzitter niet noemen. ‘De laatste twee jaar zijn er niet meer dan een handjevol bij mij terecht gekomen’, zegt hij. ‘In het uiterste geval lijdt dat tot ontslag. Maar dit is slechts een enkel incident. Je weet niet of dit slechts het topje van de ijsberg is. Daarom willen we een open discussie over dit onderwerp over de volle breedte van de organisatie.’
‘Hoe we dat inrichten? Daar zijn we over aan het nadenken. Professor Marieke Huisman, de voorzitter van het Female Faculty Network, heeft al aangegeven dat zij als organisatie die discussie wellicht kunnen accommoderen. Maar ik kan me voorstellen dat we juist ook mannen bij het gesprek moeten betrekken. Want daar moet het bewustzijn vergroot worden en een cultuur ontstaan waar we elkaar aanspreken op fout gedrag.’