Geen basisbeurs, wel beter onderwijs. Dat was de belofte van minister Bussemaker toen ze het nieuwe leenstelsel lanceerde. Er zouden bijvoorbeeld vierduizend extra docenten aan universiteiten en hogescholen komen.
Uit een berekening van het HOP bleek dat hogescholen inderdaad op schema liggen en meer docenten aannemen, maar universiteiten niet. Het CDA stelde daar schriftelijke vragen over aan minister Van Engelshoven.
Eigen aanpak
Waarom die docenten er nog niet zijn? De universiteiten maken hun eigen afwegingen, antwoordt de minister. Ze hebben ‘ruimte voor een eigen aanpak’. Met andere woorden, ze mogen zelf beslissen waar ze hun budget aan uitgeven.
Maar de minister gaat ervan uit ‘dat het aanstellen van extra docenten prioriteit heeft’ aan de universiteiten, schrijft ze. Het hoger onderwijs krijgt vanaf volgend jaar miljoenen erbij dankzij het nieuwe leenstelsel dat in 2015 is ingevoerd.
Ze heeft een stok achter de deur. Binnenkort gaat ze in gesprek over nieuwe ‘kwaliteitsafspraken’ met universiteiten en hogescholen. Van Engelshoven laat doorschemeren dat het aantal docenten in die afspraken een rol kan spelen, al zegt ze dat niet expliciet.
De kwaliteitsafspraken zijn bedoeld om hogescholen en universiteiten tot betere prestaties te prikkelen. Eerder, in het najaar van 2012, maakte het kabinet ‘prestatieafspraken’ over bijvoorbeeld studietempo, aantallen diploma’s en het opleidingsniveau van docenten, maar volgens critici waren die afspraken te zeer op ‘rendement’ gericht en moest er een andere aanpak komen.
Meer ruimte
Deze keer krijgen de onderwijsinstellingen meer ruimte om zelf te bepalen welke doelen ze willen bereiken en waar het ministerie hen op mag afrekenen. Ze gaan in samenspraak met studenten en het werkveld nieuwe indicatoren opstellen.
Maar zullen deze afspraken ervoor zorgen dat universiteiten het streefcijfer van Bussemaker gaan halen? Dan zouden er 1.400 extra docenten in het jaar 2025 zijn.
Van Engelshoven houdt een slag om de arm. Haar voorganger had al gewaarschuwd dat dit alleen lukt als de universiteiten daar zestig procent van het extra geld aan besteden. En misschien doen ze dat niet.