Vorig jaar ging een omstreden experiment met ‘promotiestudenten’ van start. Daarin zijn promovendi niet langer werknemer, maar student. Ze zijn goedkoper en daardoor kunnen er meer promovendi van start, is de gedachte.
Uitbuiting
Vooral de Rijksuniversiteit Groningen was enthousiast. Maar critici, waaronder de vakbonden en het Promovendi Netwerk Nederland, waren fel tegen. Het is een vorm van uitbuiting, vinden zij: promovendi zijn eigenlijk gewoon werknemers.
Voormalig minister Bussemaker had ook haar bedenkingen, maar gaf wel toestemming voor een experiment. Een van de voorwaarden was dat de universiteit zou evalueren hoe promovendi ‘hun status binnen de universiteit en hun financiële positie hebben ervaren’.
Uit de eerste evaluatie van de RUG blijkt nu dat er nauwelijks verschil is tussen de tevredenheid van werknemer- en studentpromovendi. Ze voelen zich thuis in de onderzoeksgroep en zijn goed te spreken over de begeleiding. Ook zijn ze ongeveer even tevreden over hun rechten en voorzieningen. De promotiestudenten lijken zelfs iets enthousiaster. Het experiment is volgens de universiteit dan ook ‘uitstekend uit de startblokken gekomen’.
Vertekend
Maar het PNN vindt de resultaten vertekend. Van de ondervraagde studentpromovendi komt driekwart uit het buitenland: een groep die sowieso met een beurs naar Nederland was gekomen. Het gaat in dit experiment juist om de Nederlandse promovendi die gewoonlijk als werknemer te boek staan en nu niet, zegt PNN-voorzitter Rolf van Wegberg.
Er zijn gewoon te weinig Nederlandse promovendi om de resultaten uit te splitsen, vindt de Groningse voortrekker van het experiment, hoogleraar en decaan Lou de Leij. ‘Maar het is wel een interessante vraag. De buitenlandse promovendi zijn erop vooruit gegaan, want we betalen nu sociale premies voor hen. Voor de Nederlandse promovendi doen we dat ook, maar zij krijgen niet de extraatjes uit de cao.’ Hij zegt dat de universiteit daar wellicht een ander keertje naar kan kijken.
Het PNN denkt nog steeds dat de studentpromovendi bij de rechter een gewoon arbeidscontract zouden kunnen afdwingen. ‘Uit deze evaluatie blijkt dat het enige verschil met de werknemerpromovendi in de salariëring zit’, beweert voorzitter Rolf van Wegberg. ‘En zelfs dat is minimaal.’