Verengelsing: minister legt bal bij de instellingen

| HOP, Irene Schoenmacker

Instellingen kunnen prima zelf bepalen wat de voertaal van hun opleidingen moet zijn, vindt minister Van Engelshoven. Al is ze wel bezorgd dat het Engels voor kansarme studenten een drempel opwerpt.

De Kamer stelde minister Van Engelshoven allerlei vragen naar aanleiding van een rapport van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) over de zogenoemde verengelsing van het hoger onderwijs, dat deze zomer verscheen.

Daarin concludeerde de KNAW dat opleidingen hun keuze voor de voertaal goed moeten onderbouwen. Een conclusie waar Van Engelshoven bij aanhaakt in haar antwoorden: ze laat het taalbeleid graag aan de instellingen zelf over.

Wel maakt ze zich zorgen dat Engelstaligheid een belemmering kan vormen voor studenten met een migrantenachtergrond of studenten zonder hoogopgeleide ouders. Daar gaat het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoek naar doen, belooft de minister.

Toegankelijkheid

Op de vraag van de SP hoe ze er voor gaat zorgen dat de taal geen belemmering is voor studenten en personeel in de medezeggenschap, antwoordt ze dat er ‘nauwelijks dwingende redenen’ om daar alleen maar Engels te spreken. Ook hier legt ze de bal bij de instellingen: ‘Ik verwacht dat ze op zoek gaan naar manieren om de medezeggenschap zo toegankelijk mogelijk te houden’, schrijft de minister.

In de wet staat dat opleidingen de plicht hebben de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van Nederlandse studenten te verbeteren, zegt GroenLinks. Hoe kunnen ze zich hieraan houden als ze volledig Engelstalig zijn? De minister antwoordt dat tweetaligheid volgens haar de norm zou moeten zijn, maar laat het opnieuw aan de instellingen zelf over. Die kunnen ervoor kiezen om hun studenten bijvoorbeeld minstens één essay in het Nederlands te laten schrijven.

Nederlandse cultuur

Het CDA is bang dat de inhoud van het onderwijs verschraalt door de verengelsing, doordat ‘specifiek Nederlandse onderwerpen van de agenda vallen en doordat minder bij de Nederlandse actualiteit kan worden aangesloten’. Dat kan inderdaad ingewikkeld zijn, erkent de minister, maar het is prima mogelijk. En is het niet omgekeerd een mooie kans om internationale studenten kennis te laten maken met de Nederlandse cultuur?

De christendemocraten wilden ook weten of onderwijskeurmeester NVAO zich over het onderwerp moet buigen. Die zou kunnen controleren of het Engels de kwaliteit wel ten goede komt. Maar Van Engelshoven ziet dat niet helemaal niet zitten: met die keuze heeft de NVAO niets te maken. ‘Dat zou immers de autonomie van de instelling en het gevoelde eigenaarschap aantasten.’ Alleen als het onderwijs er slechter van wordt, kan de NVAO dit melden in zijn oordeel, stelt de minister.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.