De UT gaat mee in de landelijke tendens. De eigen vooraanmeldingscijfers laten een stijging van 11 procent zien.
Universiteitenvereniging VSNU baseert zich op cijfers van Studielink, de landelijke website waarop studenten zelf hun (her-)inschrijving kunnen regelen. Op 30 april hadden zich 89.084 toekomstige studenten aangemeld voor een universitaire bachelor. Op 1 mei 2017 lag dat aantal op 81.202 vooraanmeldingen. Over de aanmeldingen voor masteropleidingen is nog niets bekendgemaakt.
Opgeschoond
In eerdere peilingen was het verschil nog groter. In maart dit jaar lag het aantal aanmeldingen maar liefst zestien procent hoger dan vorig jaar rond die tijd. Dat het verschil nu is afgenomen, komt volgens een VSNU-woordvoerder doordat de lijst met voorlopige aanmeldingen in april is opgeschoond. ‘Wie zich bijvoorbeeld had aangemeld voor een numerus fixus-opleiding, maar zich niet had ingeschreven voor de matching, werd toen al van de lijst gehaald’, aldus de woordvoerder.
Hij benadrukt dat de cijfers slechts een indicatie zijn en dat het werkelijke aantal inschrijvingen lager zal liggen. Niet alle studenten die zich hebben aangemeld, zullen in september ook echt aan de opleiding beginnen. Ze kunnen bijvoorbeeld zakken voor een eindexamen of last minute kiezen voor een studie in het buitenland.
Beperkt vergelijkbaar
Bovendien zijn de huidige cijfers maar beperkt vergelijkbaar met die van vorig jaar, omdat er anders wordt geregistreerd. Zo moeten internationale studenten zich pas sinds dit collegejaar verplicht inschrijven via Studielink. ‘De registratie is completer geworden’, zegt een woordvoerder. ‘De cijfers van volgend jaar kunnen we dan weer vergelijken met die van nu. Maar dit jaar is dat even niet zo zinvol.’
De VSNU maakt voorlopig alleen maar het totale aantal aanmeldingen bekend, zonder dit de splitsen per universiteit of opleiding. Ook over het aantal aanmeldingen uit het buitenland wil de universiteitenkoepel nog niets kwijt. ‘We zien het als een wekelijkse peiling die vooral iets zegt over de populariteit van onze universiteiten’, aldus de woordvoerder.