In de nieuwe QS-ranglijst klimt Delft, koploper onder de Nederlandse universiteiten, van 54 naar 52. De Universiteit van Amsterdam staat op plaats 57 (vorig jaar 58). Andere stijgers zijn Twente (van 179 naar 172) en Tilburg (357 naar 319).
Voor zijn jaarlijkse ranglijst gebruikt QS naar eigen zeggen de meningen van meer dan tachtigduizend ‘individuals in the higher education space’. Dat zijn wetenschappers en docenten, maar misschien ook managers en andere betrokkenen. Daarnaast geven zo’n veertigduizend werkgevers antwoord op de vraag van welke universiteit zij de meest “competente, innovatieve en effectieve afgestudeerden” werven.
Helft
Alles bij elkaar (40 procent plus 10 procent) zorgen deze enquêtes voor de helft van de score in de ranglijst. Overige criteria zijn het aantal studenten per staflid, de impact van wetenschappelijke artikelen en de internationalisering van het hoger onderwijs (zowel onder studenten als medewerkers).
Nijmegen staat net als vorig jaar op plaats 204. De overige Nederlandse universiteiten zijn gezakt in de jaarlijkse World University Ranking van het Britse onderzoeksbureau Quacquarelli Symonds.
Helemaal bovenaan staat het Amerikaanse MIT (Massachusetts Institute of Technology). De eveneens Amerikaanse Stanford, Harvard en Caltech staan op twee, drie en vier. De Britse Oxford universiteit maakt de top-5 volledig.
Complex
Alle ranglijsten krijgen kritiek, omdat ze van zoiets complex als de academische wereld met een paar criteria een lijstje proberen te maken, maar vooral de QS-ranglijst kwam enkele jaren geleden onder vuur te liggen. Het was de vraag waar de respondenten vandaan werden gehaald. Er zouden zelfs respondenten betaald zijn om de enquête in te vullen.
QS werkte in het verleden samen met het Britse tijdschrift Times Higher Education, maar sinds 2010 maken de twee partijen ieder hun eigen wereldranglijst van universiteiten. In de top 100 van Times Higher Education staan zeven Nederlandse universiteiten.