Dinsdag stelden de senatoren van de Eerste Kamer schriftelijke vragen aan Onderwijsminister Van Engelshoven over de halvering van het collegegeld voor alle eerstejaars studenten en voor tweedejaars studenten van lerarenopleidingen. Zoals verwacht kwamen de antwoorden snel: vanmorgen vielen ze op de mat.
De maatregel van het kabinet is bedoeld om het hoger onderwijs toegankelijker te maken en kost jaarlijks 173 miljoen euro. Wordt dat geld wel doelmatig besteed, vroeg onder meer regeringspartij VVD zich af. Want veel jongeren gaan toch wel studeren, met of zonder die korting.
Toch al studeren
Daar geeft het kabinet dit antwoord op: ‘Deze generieke maatregel beoogt de toegankelijkheid voor iedereen te verbeteren en is dus juist ook gericht op de groep die toch al zou gaan studeren. Ook voor die groep is de korting van ruim duizend euro een betekenisvol bedrag.’
De SP stelde een vergelijkbare vraag en wilde weten waarom het kabinet niet liever de aanvullende beurs verhoogt. Dan steun je alleen studenten met een krappe portemonnee en is dat niet logischer dan arm én rijk een cadeautje geven?
Maar daar denkt het kabinet anders over. ‘Een verhoging van de aanvullende beurs zou alleen voor een specifieke doelgroep de toegankelijkheid verbeteren’, merkt het kabinet op. En dat is niet de bedoeling.
‘Relatieve waarde’
Daar voegt het kabinet aan toe dat de ‘relatieve waarde’ van de korting op het collegegeld (ruim duizend euro) nu al groter is voor lagere inkomensgroepen, ‘wat ten goede komt aan het verbeteren van de kansengelijkheid’.
Zo beantwoordt het kabinet alle vragen over de maatregel, die als compromis in het regeerakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie terecht is gekomen. Eerder plaatste de Tweede Kamer vraagtekens bij het wetsvoorstel en ook de Raad van State had forse kritiek.
Toch is het een logisch compromis, gezien de standpunten van de coalitiepartijen. Twee van hen wilden graag de basisbeurs terug (CDA en ChristenUnie), terwijl de andere twee de basisbeurs juist hadden afgeschaft (VVD en D66). De korting op het collegegeld komt bij iedereen terecht, net als de basisbeurs.
Voor de zomer
Veel tijd om uitgebreid over de maatregel te filosoferen is er niet, want de nieuwe studiejaar komt steeds dichterbij: de senatoren moeten de wet vóór de zomer goedkeuren. Dat zal naar verwachting wel lukken. Ook in de Tweede Kamer stemden uiteindelijk veel partijen met het wetsvoorstel in. ‘Het zou buitengewoon cynisch zijn om te beweren dat jonge mensen niet gebaat zijn bij een korting van duizend euro’, overwoog de SP daarbij.