Dat stelt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, die de Eerste en Tweede Kamer adviseert, in een onlangs gepubliceerd essay. De auteurs staan uitgebreid stil bij de hoge prestatiedruk die steeds meer twintigers zouden ervaren. Ze kampen met burn-outs en depressiviteit, en gaan met hun problemen naar de psycholoog of volgen een cursus mindfullness.
Medicalisering
Dat kan zeker nuttig zijn, schrijft de Raad, maar zo’n eenzijdige focus op individuele oplossingen kan ook leiden tot ongewenste medicalisering van gevoelens. De achterliggende oorzaken worden er bovendien niet mee opgelost.
De Raad verwacht meer heil van een maatschappelijke aanpak, “anders blijft het dweilen met de kraan open”. Overheid, onderwijsinstellingen en werkgevers krijgen het advies om anders naar jongvolwassenen te kijken en meer oog te hebben voor hun onderlinge verschillen. Dat vraagt onder meer om andere manieren van toetsing en meer waardering voor praktisch vakmanschap.
Barricaden
Jongeren op hun beurt moeten van jongs af aan worden aangemoedigd om beter na te denken over hoe ze kunnen omgaan met externe verwachtingen, hoe ze grenzen kunnen stellen en eigen keuzes kunnen maken. Het verbaast de schrijvers van het essay dat studenten en twintigers zo weinig ruimte voelen om even gas terug te nemen. “Waar jongvolwassenen in de jaren zestig massaal de barricaden op gingen om heersende normen ter discussie te stellen, lijken ze nu vooral zo goed mogelijk aan die normen te willen voldoen.”
In de knel
De Raad waarschuwt overigens dat het probleem van mentale druk onder twintigers niet te groot moet worden gemaakt: gevoelens van onzekerheid horen tot op zekere hoogte bij jongvolwassenheid en zijn lang niet voor iedereen problematisch. Harde cijfers ontbreken: recente onderzoeken die tot veel publiciteit in de media hebben geleid, gebruiken verschillende definities en zijn onderling niet goed vergelijkbaar. Toch noemt de Raad de verwachting “reëel” dat er de komende jaren meer mensen in de knel zullen komen.