Martin Bosker, werkzaam bij het TELT-team (technology enhanced learning & teaching), liet bij een bijeenkomst in Zwolle zijn oog vallen op VR-software van een bedrijf uit die stad. ‘Ik zag aspecten van onderwijs, opkomende technologie en presentatievaardigheden en dacht: dit past perfect in ons straatje. Daarom hebben we de software aangeschaft, met bijkomend voordeel dat we gebruik kunnen maken van de VR-brillen van het BMS-lab in de Cubicus.’
Oproep
Vlak voor de zomervakantie deed hij daarom een oproep. Wie wil werken aan zijn of haar presentatievaardigheden, kan langskomen. Een van de eersten – en overigens nog weinigen – die op de oproep reageerde was PhD-student Melissa van de Loosdrecht. ‘Volgende week houd ik een praatje bij een wetenschappelijk congres in Mainz. Vandaar dat ik benieuwd was naar deze virtuele ervaring, ter extra voorbereiding.’
Het is haar tweede en tevens laatste trainingssessie met behulp van de VR-technologie. Bosker helpt Van de Loosdrecht met de laatste preparaties. Dat betekent de VR-bril op, controllers in de handen en het verbinden met de software op de computer, waarop Van de Loosdrecht haar powerpointpresentatie al heeft klaargezet.
Concentratievermogen
De testsetting voor Van de Loosdrecht is de kleine zaal van het Zwolse poppodium Hedon. Voor haar neus zit een twintigkoppig virtueel publiek, al dan niet aandachtig te luisteren als ze haar twaalf minuten durende presentatie start. Achter Van de Loosdrecht prijkt haar powerpoint op een groot scherm, terwijl ze voor haar op een kleiner schermpje dezelfde informatie ziet.
Die wisselende aandacht is niet toevallig. Achter de knoppen bepaalt Bosker het concentratievermogen van het publiek op een schaal van 0 (iedereen dommelt weg) tot 100 (op het puntje van hun stoel). In het geval van Van de Loosdrecht staat de meter op 78. Daar blijft het ook bij voor een groot deel van de presentatie. ‘Ervaringsdeskundigen vertelden me dat ik niet te veel moet ingrijpen tijdens een sessie’, aldus Bosker. ‘Het credo is om mensen de omgeving simpelweg te laten ervaren. Als iemand meer weerstand wil, is dat prima mogelijk hoor. Zo kan ik met één druk op de knop een mobiele telefoon in de zaal laten afgaan.’
Applaus
Zo ver komt het deze sessie niet, al is er wel een technisch probleem. Wanneer de controller dienst weigert, kan de jonge onderzoekster van de Magnetic Detection & Imaging-vakgroep niet doorklikken naar de volgende slide. Maar het euvel is snel verholpen en ze vervolgt vlot haar verhaal over het opsporen van kankeruitzaaiingen met behulp van magnetische nanodeeltjes. Als Van de Loosdrecht haar presentatie eindigt, drukt Bosker op de applaus-knop.
Achteraf zegt Bosker haar dat het technische probleempje misschien alleen maar goed is. ‘Het kan zijn dat de techniek je in het echt ook in de steek laat. En je liet je niet van je stuk brengen, dat is een goed teken.’
Wel of niet echt?
Als Van de Loosdrecht wil, kan ze haar virtuele presentatie nog analyseren op basis van haar stem, beweging en haar oogbewegingen. Of de training haar helpt met haar presentatievaardigheden? ‘Ik denk het wel. Je weet dat het publiek en de omgeving niet echt is, maar je zit toch ontzettend snel in je verhaal waardoor de ervaring echt aanvoelt. Maar ik durf niet te zeggen of dit beter is dan je presentatie oefenen voor een kleine groep bekenden. Het is vooral anders. Zij kunnen je namelijk direct voorzien van feedback, maar het nadeel daarvan is dat je ze al kent. Het grote voordeel van VR is dat je voor een groep onbekenden kunt oefenen.’
Het feedback-gedeelte is iets waar volgens Bosker ook aan te werken is. ‘Ik ben er vooral bij voor de technische ondersteuning, ik ben immers geen onderwijs- of gedragsdeskundige.’ Maar in de mate van feedback kan volgens hem verandering komen. ‘Dit is nu een pilot voor een jaar, maar BMS-wetenschapper Bas Kollöffel, een expert in leren met technologie, heeft al volop belangstelling in de technologie voor zijn onderzoek.’