Kees Koolen, de bestuursvoorzitter van Lithium Werks, is geen onbekende. Hij is UT-alumnus en was CEO van spin-off Booking.com. Met Lithium Werks wil hij zorgen dat de wereld overstapt van fossiele brandstoffen op schone energie. Het probleem van duurzame energiebronnen is volgens hem dat energie geproduceerd wordt op de momenten dat de vraag ernaar klein is. Energie opslaan is daarom het devies. ‘De industrie van batterijen zal enorm moeten groeien, om aan de vraag van mensen te kunnen voldoen’, aldus Koolen.
Meer dan tweeduizend medewerkers
De zogeheten R&D-campus op de Technology Base (voorheen Vliegveld Twenthe) moet daaraan bijdragen. Koolens plannen zijn op z’n minst ambitieus te noemen. ‘Eind 2019 moet het eerste gebouw er staan, waarin we dan driehonderd mensen aan het werk willen hebben. Per 2025 moeten dat er meer dan tweeduizend zijn.’
Verschillende investeerders staken al ruim 100 miljoen euro in de ontwikkeling van de R&D-campus. Koolen schat dat de totale investering in de miljarden gaat lopen. Toch noemt hij het plan realistisch. ‘Het bestemmingsplan is er klaar voor, dat was ook een van de redenen waarom we voor deze locatie kozen. En we hebben alle eisen binnen het bestemmingsplan al verwerkt in ons ontwerp. Dat betekent dat we vaart kunnen maken met onze plannen.’
Een schets van de beoogde campus van Lithium Werks.
Aandacht
Waarom de keuze voor Twente? Koolen: ‘In Brabant zouden we door de aanwezigheid van Philips en ASML te weinig aandacht krijgen. Maar voor ons voorzie ik hier een goede combinatie met de UT. De universiteit zit namelijk ook in een netwerk met Münster en het Fraunhofer Instituut. Fraunhofer heeft binnen Europa de meeste kennis op het gebied van accucellen.’
Samenwerking met UT
De rol van de UT zal vooral in onderzoekssamenwerking gaan zitten, vertelt Guus Rijnders, UT-hoogleraar en wetenschappelijk directeur van MESA+. ‘Van slimme software tot nanotechnologie, veel van onze interne expertises vind je terug in dit initiatief. Wij kunnen Lithium Werks daarom ondersteunen vanuit tal van disciplines.’
Koolen en Rijnders gaan beiden uit van een lange en nauwe samenwerking. ‘Zolang het voor de UT en ons nodig is’, zegt Koolen. ‘Voor de eerste tien à twintig jaar voorzien wij volop fundamentele uitdagingen waarbij de universiteit ons kan helpen. Mochten we uiteindelijk uit elkaar groeien, dan is dat maar zo.’ Rijnders ziet de UT als toevoeging aan de zogeheten keten. ‘Lithium Werks heeft technologie met een hoog readiness level, klaar om te vermarkten. Onze toegevoegde waarde zit aan het begin van de keten, waar we fundamentele vragen kunnen oplossen.’