Gisteren stuurde het kabinet het wetsvoorstel over de nieuwe rente op studieschulden naar de Tweede Kamer. Het voorstel staat garant voor felle debatten over studieleningen, maar waar gaat het ook alweer over?
Waarom gaat de rente omhoog?
Dat levert de overheid geld op.
Wat ga ik dan betalen?
Jij gaat vermoedelijk niets extra’s betalen, want de hogere rente geldt alleen voor studenten die in 2020 voor het eerst gaan studeren. Misschien heeft het wel gevolgen voor je broertje of zusje.
Oké, wat gaat die dan betalen?
De gemiddelde studieschuld is straks naar schatting 21 duizend euro. Studenten van nu gaan met zo’n schuld 70 euro per maand terugbetalen. Hun broertjes en zusjes zullen per maand 82 euro kwijt zijn. Dat is dus jaarlijks 144 euro extra.
Dat is best veel.
Je betaalt alleen als je het kunt missen. Wie op het minimumloon blijft steken, betaalt helemaal niets terug. Daarom spreekt het kabinet van een sociaal leenstelsel: je maandbedrag is hooguit vier procent van je inkomen boven het minimumloon. Het terugbetalen van de studieschuld begint pas na twee jaar en mag 35 jaar duren. Bovendien kunt je vijf ‘jokerjaren’ inzetten waarin je niet terugbetaalt. Hogere rente of niet, dit blijft zo.
Wat winnen de coalitiepartijen hiermee?
Politiek gezien niet zoveel. De oppositie krijgt een makkelijk doelwit aangereikt en het huidige kabinet zal de vruchten van deze hogere rente niet plukken. Over zeven jaar, in 2025, krijgt de overheid voor het eerst een klein bedragje extra binnen en pas in 2060 levert de hogere rente 226 miljoen euro per jaar op.
Waarom doen ze het dan?
Ze willen iets doen aan de ‘rentesubsidie’, is het argument.
Wat is dat?
Als je het echt wilt weten, leggen we het even uit. De rente op studieschulden is nu ongekend laag: nul procent. De rente is namelijk gekoppeld aan een rentetarief dat de staat zelf betaalt op 5-jarige staatsleningen. Maar ja, studieschulden staan veel langer uit. Het kan wel 42 jaar duren voor de schuld helemaal is afgelost. Daarom zou de rente op studieschulden eigenlijk hoger moeten zijn.
Straks gaat de overheid daarom de rente op 10-jarige leningen als maatstaf hanteren. Die rente was de afgelopen tien jaar gemiddeld 0,78 procentpunt hoger dan de vijfjaarsrente, dus het rentevoordeel van oud-studenten wordt op deze manier enigszins ingeperkt. Dat is beter voor de ‘houdbaarheid’ van de overheidsfinanciën, stelt het kabinet.
Hoe zat het ook alweer, had die rente iets te maken met een ‘sigaar uit eigen doos’?
Critici vinden van wel. Het kabinet halveert het collegegeld voor eerstejaars studenten en dat lijkt een cadeautje. Maar de basisbeurs is afgeschaft, waardoor studenten meer schulden moeten maken. Wie noodgedwongen veel moet lenen, betaalt de halvering van het collegegeld uiteindelijk zelf terug via de hogere rente.