Het hele onderwijs, van basisschool tot universiteit, moet beter gaan uitleggen wat er met het overheidsgeld gebeurt: gaat het naar docenten, gebouwen of faciliteiten? En wat zijn de overwegingen van de onderwijsbestuurders?
Het kabinet neemt de aanbevelingen over van de Onderwijsraad, die hier voor pleitte. ‘De mist moet optrekken’, zei voorzitter Henriëtte Maassen van den Brink afgelopen juli tegen het HOP.
Eén zak geld
Tegelijkertijd behouden de onderwijsinstellingen hun vrijheid om het geld naar eigen inzicht te besteden. Ook dat was een aanbeveling van de raad. Het was het politiek meest gevoelige deel van het advies.
Al jarenlang krijgen onderwijsinstellingen in principe één zak geld en mogen ze zelf weten wat ze ermee doen: soms nemen ze extra docenten aan, soms besteden ze meer geld aan gebouwen of ict.
Critici menen dat onderwijsbestuurders te veel ruimte krijgen om hierin verkeerde keuzes te maken. Maar het kabinet ziet veel voordelen in deze ‘lumpsumbekostiging’, al was het maar dat Den Haag geen inhoudelijke afwegingen hoeft te maken over de uitgaven. Dat zou het onderwijs veel stroperiger maken.
Vertrouwen
Maar als de onderwijsinstellingen zich niet goed verantwoorden, ‘verliest de maatschappij haar vertrouwen en dat ondermijnt de grote kracht van ons onderwijsstelsel’, schrijven onderwijsminister Van Engelshoven en Slob.
Dus komen er ‘benchmarks’: vergelijkingen waarin zichtbaar wordt welke financiële keuzes onderwijsinstellingen maken. Het is de bedoeling om deze keuzes ook aan de kwaliteit van het onderwijs te koppelen, al menen de bewindslieden wel dat dit moeilijk is. ‘Er zal nooit een direct verband gelegd kunnen worden tussen de inzet van een euro en de opbrengst in termen van onderwijskwaliteit’, schrijven ze. ‘Maar door gerichter verbanden te bekijken en deze waar mogelijk te benchmarken, gaan we slimmer met beschikbare data om en kan meer inzicht ontstaan over de doelmatige inzet van overheidsmiddelen.’
In het hoger onderwijs staat de koppeling tussen geld en kwaliteit al in de steigers, want universiteiten en hogescholen gaan ‘kwaliteitsafspraken’ maken: dankzij het wegbezuinigen van de basisbeurs krijgen ze extra geld, maar dat moet wel goed terechtkomen, is de gedachte. Keurmeester NVAO gaat hierop toezien.