Vroeger stond het iedere ervaren wetenschapper vrij om een gooi te doen naar een Vidi-subsidie, een onderzoeksbeurs ter waarde van 800 duizend euro, maar nu moeten wetenschappers steun krijgen van hun universiteit. Die moet hun een dienstverband van ten minste vijf jaar geeft als ze de beurs krijgen.
Klein kans
Met deze zogenoemde ‘inbeddingsgarantie’ hoopt NWO de stormloop op onderzoeksfinanciering te beteugelen. De kans om één van de prestigieuze beurzen te bemachtigen, is de laatste tijd namelijk wel erg klein geworden. Bij de vorige Vidi-ronde werden 86 van de 571 voorstellen gehonoreerd, dat betekent dat 85 procent van de onderzoekers zijn voorstel voor niets schreef. De inbeddingsgarantie moet het aantal aanvragen doen dalen en de kans op een beurs vergroten.
Maar niet iedereen is blij met de nieuwe maatregel, zegt De Jonge Akademie. Het genootschap van vijftig relatief jonge wetenschappers, dat verbonden is aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, heeft klachten ontvangen van onderzoekers die geen aanvraag mochten indienen. ‘Zij lopen vast en zien hun carrièreperspectief verder verslechteren’, zegt woordvoerder Janneke Visser.
Inventarisatie
Onderzoekers die dit jaar een Vidi-beurs hebben aangevraagd of dat hadden wíllen doen, kunnen zich melden bij De Jonge Akademie. ‘We zijn niet per se op zoek naar negatieve voorbeelden’, zegt Visser. ‘Het is een inventarisatie. We hebben nog geen conclusie getrokken, maar we nemen de klachten wel serieus.’ Aan de hand van de verzamelde ervaringen wil De Jonge Akademie gaan praten met NWO.
De deadline voor de eerste Vidi-ronde met de nieuwe regels was op 4 oktober. NWO wil nog niet zeggen of er minder aanvragen zijn binnengekomen dan normaal.
