De carrières van wetenschappers en de verdeling van onderzoeksbeurzen hangen samen met het oordeel over de prestaties van wetenschappers. Op die beoordeling is de laatste jaren steeds meer kritiek en daarom gaat er nu iets veranderen.
‘Het is een onderwerp dat leeft’, bevestigt voorzitter Pieter Duisenberg van universiteitenvereniging VSNU. Samen met de academische ziekenhuizen en wetenschapsfinanciers NWO en ZonMW gaan de universiteiten komend jaar met in gesprek met wetenschappers, vakbonden en anderen. ‘We willen komend jaar kijken waar we op uitkomen.’
Vooraf wil hij nog niet veel zeggen over de mogelijke uitkomsten, maar er zou in elk geval meer waardering moeten komen voor ‘team science’. ‘Er dragen veel mensen bij aan het vormen van nieuwe kennis en het wringt als je hun inspanningen niet erkent’, zegt Duisenberg. Nu zijn de meeste beurzen en prijzen nog gericht op individuele wetenschappers.
Lesgeven
Verder is onderwijs nog altijd een onderschoven kindje: meer waardering voor de onderwijsprestaties van docenten zou ertoe moeten leiden dat goede docenten sneller carrière maken aan de universiteit.
Ook de maatschappelijke impact van wetenschappelijk onderzoek gaat een grotere rol spelen: sommige wetenschappers weten de uitkomsten van hun onderzoek goed te vertalen in nuttige of lucratieve toepassingen en dat mag beloond worden, is de gedachte.
Zo komen er vast nog meer onderwerpen ter tafel. Staat nu alles op losse schroeven? Dat valt wel mee, denkt Duisenberg. ‘Het is geen kwestie van nul of één. Het oude gaat vast niet helemaal overboord. Maar we willen wel concrete stappen zetten.’
Landsgrenzen
En als het even kan, willen de Nederlanders de rest van de wereld er ook van overtuigen dat er iets moet gebeuren. De kritiek leeft elders tenslotte ook, dus waarom zou alleen Nederland de problemen aanpakken? ‘De beoordeling van wetenschap houdt niet op bij de landsgrenzen’, zegt Duisenberg. ‘We opereren in een internationale context. Daarom gaan wij erover praten binnen de Europese universiteitenvereniging. NWO zet het op de agenda van de Europese onderzoeksfinanciers.’
Een van de voorvechters voor verandering in de beoordeling van wetenschappelijke prestaties is de actiegroep Science in Transition, die vijf jaar geleden is opgericht. De actiegroep is blij met de ontwikkelingen, zegt secretaris Rinze Benedictus. ‘Je kunt zeggen dat het eerder had gemoeten, maar dit is zo ongeveer het tempo waarin zulke veranderingen zich voltrekken.’
Dat er nog geen duidelijke voorstellen op tafel liggen, vindt hij prima. ‘Dat doet recht aan het proces. Wij hebben ook niet zomaar een nieuwe aanpak klaarliggen die geschikt is voor alle vakgebieden. Daar moet je over praten.’
Wel vindt hij het terecht als er minder naar het aantal publicaties en de impactfactor van tijdschriften wordt gekeken en meer naar de reden waarom mensen hun onderzoek doen. ‘We zijn wetenschappers, dus we blijven publiceren en het zal ook belangrijk blijven hoe vaak onze artikelen geciteerd worden door andere wetenschappers. Maar we moeten ons realiseren dat kwaliteit meer is dan een optelsom van publicaties en impactfactoren van tijdschriften.’